Algemene aanwij-
zingen bij de om-
gang met accu's
Bescherming van
uzelf en derden
Veiligheidsmaat-
regelen bij nor-
maal gebruik
-
Accuzuur mag in geen geval in de ogen, op de huid of op de kleding ko-
men. Veiligheidsbril en geschikte veiligheidskleding dragen. Spoel drup-
pels accuzuur direct en grondig met schoon water weg. Raadpleeg in
geval van nood een arts.
-
Accu's beschermen tegen vuil en mechanische beschadiging.
-
Geladen accu's in een koele ruimte opslaan. Bij ca. +2 °C (35,6 °F) vindt
de minste zelfontlading plaats.
-
Door middel van een wekelijkse visuele controle vaststellen dat de accu
tot het MAX-merkteken met zuur (elektrolyt) is gevuld.
-
Werking van het apparaat niet starten of direct stoppen en de accu in een
geautoriseerde werkplaats laten controleren bij:
-
ongelijkmatig zuurpeil of hoog waterverbruik in afzonderlijke cellen,
veroorzaakt door een mogelijk defect
-
ontoelaatbare verwarming van de accu tot boven 55 °C (131 °F).
Personen, vooral kinderen, tijdens het gebruik van het apparaat en van de
werkplek weghouden. Bevinden zich echter nog personen in de omgeving,
dan:
-
deze op de hoogte brengen van alle gevaren (voor de gezondheid scha-
delijke zuren en gassen, gevaar door net- en laadstroom, ...)
-
geschikte veiligheidsmiddelen ter beschikking stellen
Controleer voordat u de werkplek verlaat of tijdens uw afwezigheid geen per-
soonlijk letsel of materiële schade kan ontstaan.
-
Apparaten met een randaardedraad alleen aansluiten op een net met ran-
daarde en een wandcontactdoos met randaardecontact. Wordt het apparaat
aangesloten op een net zonder randaarde of een wandcontactdoos zonder
randaardecontact, dan geldt dit als ernstig nalatig. De fabrikant is niet aan-
sprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade.
-
Het apparaat uitsluitend volgens de op het kenplaatje aangeduide bescher-
mingsgraad gebruiken.
-
Het apparaat nooit in gebruik nemen wanneer het is beschadigd.
-
Laat de net- en apparaatkabels regelmatig door een elektromonteur contro-
leren op een juiste werking van de randaardeleiding.
-
Niet in goede staat verkerende veiligheidsvoorzieningen en onderdelen die
niet in onberispelijke staat verkeren, vóór het inschakelen van het apparaat
door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.
-
Veiligheidsvoorzieningen nooit omzeilen of buiten werking stellen.
-
Na de montage is een vrij toegankelijke netstekker benodigd.
9