Netaansluiting
Gevaren door net-
en laadstroom
Gevaar door zu-
ren, gassen en
dampen
8
Apparaten met een hoog vermogen kunnen vanwege hun stroomopname de
energiekwaliteit van het elektriciteitsnet beïnvloeden.
Dit kan voor bepaalde typen apparaten consequenties hebben in de vorm van:
-
aansluitbeperkingen
-
eisen m.b.t. de maximaal toelaatbare netimpedantie
-
eisen m.b.t. het minimaal vereiste kortsluitvermogen
*)
bij de aansluiting op het openbare elektriciteitsnet
zie de technische gegevens
In dat geval moet de eigenaar of de gebruiker van het apparaat eerst nagaan
of het apparaat wel mag worden aangesloten. Indien nodig dient hiertoe te
worden overlegd met de energieleverancier.
OPMERKING! Zorg voor een veilige aarding van de netaansluiting
Bij het werken met laadapparaten staat u aan talrijke gevaren bloot, zoals bij-
voorbeeld:
-
elektrisch gevaar door net- en laadstroom
-
schadelijke elektromagnetische velden, die voor dragers van een pace-
maker levensgevaarlijk kunnen zijn
Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Elke elektrische schok is in principe
levensgevaarlijk. Om elektrische schokken tijdens het werk te vermijden:
-
geen spanningvoerende delen binnen en buiten het apparaat aanraken.
-
in geen geval de accupolen aanraken
-
laadkabel of laadklemmen niet kortsluiten
Alle kabels en leidingen moeten vastzitten, onbeschadigd en geïsoleerd zijn,
en een voldoende dikke kern hebben. Loszittende verbindingen, door hitte
aangetaste of beschadigde kabels of kabels en leidingen met een te dunne
kern moet u direct door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.
Accu's bevatten zuren die de ogen en huid aantasten. Daarnaast ontstaan bij
het laden van accu's gassen en dampen die een gevaar voor de gezondheid
kunnen vormen en die onder bepaalde omstandigheden zeer explosief kun-
nen zijn.
-
Het laadapparaat uitsluitend gebruiken in goed geventileerde ruimtes. Zo
wordt een opeenhoping van explosieve gassen voorkomen. In accuruim-
tes bestaat geen explosiegevaar wanneer door natuurlijke of mechani-
sche ventilatie een waterstofconcentratie van minder dan 4% is
gegarandeerd.
-
Tijdens het laden dient een minimale afstand van 0,5 m (19,69 inch) tus-
sen de accu en het laadapparaat in acht te worden genomen. Mogelijke
ontstekingsbronnen zoals vuur en open licht uit de omgeving van de accu
verwijderd houden
-
De verbinding met de accu (bijvoorbeeld laadklemmen) in geen geval tij-
dens het laden loskoppelen
-
Vrijgekomen gassen en dampen in geen geval inademen
-
Voor voldoende toevoer van frisse lucht zorgen.
-
Geen gereedschap of elektrisch geleidende metalen op de accu leggen
om kortsluiting te vermijden
*)
*)