Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functie Van De Hoofdonderdelen; Beveiligingen - Daikin ERAP110MBYNN Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor ERAP110MBYNN:
Inhoudsopgave

Advertenties

Functie van de hoofdonderdelen

Afbeelding - Functioneel schema
1
Condensor
2
Droger
3
Vulafsluiter
4
Vloeistofafsluiter
5
Veiligheidsklep
Naarmate het koelmiddel door de unit circuleert treden er wijzigingen
op in de toestand of conditie. Deze wijzigingen worden veroorzaakt
door de volgende hoofdonderdelen:
Compressor
De compressor (M*C) werkt als een pomp en doet het
koelmiddel circuleren in het koelmiddelcircuit. Het comprimeert
het koelmiddelgas dat uit de verdamper komt tegen een
drukniveau dat de verdichting in de condensor goed mogelijk
maakt.
Condensor
De condensor zet het koelmiddel om van een gas in een
vloeistof. De warmte verkregen door het gas in de verdamper
wordt door de condensor uitgeblazen in de omgevingslucht en
de damp wordt omgezet in vloeistof.
Filter/Droger
De filter achter de condensor verwijdert kleine partikels uit het
koelmiddel om blokkage van de slangen te voorkomen.
De droger verwijdert water uit het systeem.

Beveiligingen

De unit is uitgerust met twee soorten beveiligingen:
1
Algemene beveiligingen
Algemene beveiligingen schakelen alle circuits en de hele unit
uit. Daarom moet u nadat een algemene beveiliging werd
geactiveerd de unit opnieuw manueel inschakelen.
2
Beveiligingen van de onderdelen
Beveiligingen van onderdelen schakelen het onderdeel dat zij
beveiligen uit.
Gebruiksaanwijzing
3
Y11S
S1PH
S14PH
M1C
3
7
1
Y15S
(*)
S3T
M11F
M12F
B1P
6
2
Y16S
4
B2P
M13F
M14F
R5T
6
Aanzuigafsluiter
7
Filter
A
Standaard
B
Tweedruksveiligheidsklep (OP03)
(*)
Standaard (zie A) of tweedruksveiligheidsklep (zie B)
Hieronder volgt een overzicht van alle beveiligingen.
Overstroomrelais
De overstroomrelais (K*S) bevinden zich in de schakelkasten
van de unit en beveiligen de compressormotoren in geval van
overbelasting, fasestoring of te lage spanning. De instelling van
de relais gebeurt in de fabriek en mag niet worden gewijzigd. Als
ze in werking treden moeten ze manueel worden teruggesteld,
waarna ook de besturing dient te worden teruggesteld.
Thermische beveiligingen van de compressor
De compressormotoren zijn uitgerust met thermische bevei-
ligingen (Q*M). Deze beveiligingen worden in werking gesteld
als de temperatuur van de compressormotor te hoog wordt.
Als de temperatuur weer haar normale niveau heeft bereikt
zullen de beveiligingen automatisch worden teruggesteld. U
dient de besturing van het circuit echter manueel terug te
stellen.
Thermische beveiliging van de ventilatormotor
De ventilatormotoren van de condensor zijn uitgerust met bevei-
ligingen (Q*F). Deze beveiligingen worden in werking gesteld als
de temperatuur van de ventilatormotor te hoog wordt. Als de
temperatuur weer haar normale niveau heeft bereikt zullen de
beveiligingen automatisch worden teruggesteld.
Thermische beveiligingen van de uitlaat
De unit is uitgerust met thermische beveiligingen voor de uitlaat
(S*T). Deze beveiligingen worden in werking gesteld als de
temperatuur van het koelmiddel dat de compressor verlaat te
hoog wordt. Wanneer de temperatuur weer normaal geworden
is, keert de beveiliging terug naar de begintoestand en moet de
besturing manueel teruggesteld worden.
Lage-drukbeveiliging
Als de aanzuigdruk van een circuit te laag wordt, zal de
besturing van het circuit het circuit uitschakelen. Als de druk
weer zijn normale niveau heeft bereikt, kan de beveiliging via de
besturing van het circuit worden teruggesteld.
Drukontlastveiligheidsklep
De veiligheidsklep wordt in werking gesteld als de druk in het
koelcircuit te hoog wordt. Als dit gebeurt dient u de unit uit te
schakelen en uw plaatselijke verdeler te raadplegen.
A
5
B
5
5
ERAP110~170MBYNN
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW22681-1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Erap150mbynnErap170mbynn

Inhoudsopgave