Bepalen van de besturing van de dubbele
verdamperventilator/-pomp
Via het scherm
de gebruiker de besturing van 2 verdamperventilatoren/-pompen
bepalen (hiervoor moet een veranderlijke digitale uitgang voor een
tweede verdamperventilator/-pomp geconfigureerd zijn in het
onderhoudsmenu). Raadpleeg de montagehandleiding.
: voor het bepalen van het type van besturing dat wordt
gebruikt voor de twee verdamperpompen. Bij automatische
rotatie moet u tevens het verschil in uren werking invoeren.
•
: pomp 1 en pomp 2 wisselen af volgens het verschil in RH.
•
: pomp 1 zal altijd eerst opstarten.
•
: pomp 2 zal altijd eerst opstarten.
: voor het bepalen van het verschil in uren
werking tussen de twee pompen. Om over te schakelen tussen
pompen bij automatische rotatie.
Bepalen van de instellingen voor het vlottend instelpunt
Het
-scherm van het gebruikersinstelmenu laat
de gebruiker toe het actieve instelpunt te wijzigen op basis van de
omgevingstemperatuur. De bron en de instellingen van het vlottend
instelpunt kan door de gebruiker worden geconfigureerd.
: voor het bepalen van de modus van het vlottend
instelpunt.
•
: vlottend instelpunt is niet geactiveerd.
•
: vlottend instelpunt is gewijzigd op basis van de
omgevingstemperatuur.
: voor het bepalen van de maximumwaarde die aan
het actieve instelpunt kan worden toegevoegd.
: voor het bepalen van de omgeving (bron) waarop de waarde
van het vlottend instelpunt gelijk is aan nul.
: gebruikt om de toename te bepalen van de waarde van het
vlottend instelpunt voor een daling van 10 °C in de
omgevingstemperatuur.
LET OP
In
"Bijlage III" op pagina 16
schema met de werking van het vlottend instelpunt.
Bepalen van de scherminstellingen
In het scherm
de gebruiker de taalkeuze, tijd en datum bepalen.
: voor het bepalen van de taal voor de informatie
weergegeven op de besturing (op het eerste scherm). (Druk
meermaals op de q-toets om de werkingstaal te veranderen).
: voor het bepalen van het actuele uur (op het tweede
scherm).
: voor het bepalen van de actuele datum (op het tweede
scherm).
BMS-besturing bepalen
laat de gebruiker toe om de unit te besturen met een
controlesysteem.
U dient de BMS-parameters in te stellen via het
scherm en
Raadpleeg "Bepalen van de BMS-instellingen" in de montage-
handleiding.
Gebruiksaanwijzing
11
van het gebruikerinstelmenu kan
vindt u een functioneel
van het gebruikerinstelmenu kan
scherm van het onderhoudsmenu.
Functies van het timermenu
Controleren van de eigenlijke waarde van de software-timers
De software van de besturing is uitgerust met meerdere afteltimers
om de unit te beveiligen en een goede werking te verzekeren:
LOADUP (
– raadpleeg de parameters van de
thermostaat): begint te tellen als de thermostaattrap is
gewijzigd. Tijdens het aftellen kan de unit niet in een hogere
thermostaattrap komen te staan.
LOADDOWN (
– raadpleeg de parameters van de
thermostaat): begint te tellen als de thermostaattrap is
gewijzigd. Tijdens het aftellen kan de unit niet in een lagere
thermostaattrap komen te staan.
FLOWSTART (
waterstroom door de verdamper en als de unit in standby-positie
staat. Tijdens het aftellen kan de unit niet opstarten.
FLOWLEAD (
begint te tellen als de unit is ingeschakeld. Tijdens het aftellen
kan de unit niet opstarten.
FLOWLAG (
– zie de debietregelingsinstellingen):
begint te tellen als de unit is uitgeschakeld. Tijdens het aftellen
blijven de ventilatormotor of de pompmotor functioneren.
STARTTIMER (
een compressor opstart. Tijdens het aftellen kan er geen andere
compressor opstarten.
GUARDTIMER (
compressor is uitgeschakeld. Tijdens het aftellen kan de
compressor niet worden heropgestart.
ANTIRECYCLING (
compressor is opgestart. Tijdens het aftellen kan de compressor
niet worden heropgestart.
STARTUPTIMER (
als de compressor is opgestart. Gedurende het aftellen is het
vermogen van de compressor begrensd tot 30% van zijn
capaciteit.
Controleer de actuele waarde van de software-timers als volgt:
1
Ga naar het
krijgen tot een menu" op pagina
De besturing geeft de huidige waarde weer van de
:
oplaadtimer,
stroomstoptimer
(als
stroomstarttimer de nulwaarde heeft bereikt), pomplead-timer
en de pomplag-timer.
2
Druk op de h-toets om de compressortimers te controleren.
De besturing toont de actuele waarde van de
: de beveiligingstimers (een per circuit) en de
antipendeltimers (een per circuit).
3
Druk op de h-toets om de overige timers te controleren.
De besturing toont de actuele waarde van de
Functies van het beveiligingsmenu
Opsomming van in werking gestelde beveiligingen en
controle van de unitstatus
Als de alarmzoemer in werking is getreden en de gebruiker op de p-
toets drukt, zal de besturing automatisch het beveiligingsmenu
selecteren.
De besturing zal het
beveiligingsmenu als een beveiliging van de unit de oorzaak was
van de uitval.
Wanneer er een beveiliging van het circuit is geactiveerd, wordt
op de besturing het scherm
beveiligingsmenu geactiveerd.
– 15 sec.): telt af bij een continu
– zie de debietregelingsinstellingen):
– 10 sec): begint te tellen als
– 60 sec): begint te tellen als de
– 600 sec): begint te tellen als de
– 180 sec): begint te tellen
. (Raadpleeg het hoofdstuk
6.)
ontlaadtimer,
stroomstarttimer,
de
unit
is
ingeschakeld
scherm selecteren van het
ERAP110~170MBYNN
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
"Toegang
en
de
.
van het
4PW22681-1