Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Daikin ERAP110MBYNN Gebruiksaanwijzing pagina 15

Verberg thumbnails Zie ook voor ERAP110MBYNN:
Inhoudsopgave

Advertenties

Fenomeen 2: De unit start niet terwijl het werkingslampje knippert
M
OGELIJKE OORZAKEN
De aan/uit-input vanop afstand is
ingeschakeld en de
afstandsschakelaar is uitgeschakeld.
Fenomeen 3: De unit start niet terwijl het werkingslampje niet oplicht
3
M
OGELIJKE OORZAKEN
De unit bevindt zich in de
storingsmodus.
Eén van de volgende beveiligingen
is in werking getreden:
• Lucht- of waterdoorstromingscontact (S9L)
• Noodstop
Het werkingslampje is stuk.
Fenomeen 4: Het circuit start niet
M
OGELIJKE OORZAKEN
Eén van de volgende beveiligingen is
in werking getreden:
• Thermische beveiliging van de compressor
(Q*M)
• Overstroomrelais (K*S)
• Thermische beveiliging van de afvoer (S*T)
• Lage-drukschakelaar
• Hoge-drukschakelaar (S*PH)
• Fasebeveiliging (R*P)
De antipendeltimer loopt nog.
De bewakingstimer loopt nog.
Het circuit is begrensd.
Fenomeen 5: Eén van de volgende beveiligingen is in werking getreden
5.1
Fenomeen 5.1: Overstroomrelais van de compressor
M
OGELIJKE OORZAKEN
Storing in één van de fasen.
De spanning is te laag.
De motor is overbelast.
TERUGSTELLEN
5.2
Fenomeen 5.2: Lage-drukschakelaar
M
OGELIJKE OORZAKEN
Lucht- of waterdoorstroming naar
warmtewisselaar te laag.
Er is te weinig koelmiddel.
De unit functioneert buiten het
werkingsbereik.
TERUGSTELLEN
ERAP110~170MBYNN
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW22681-1
W
AT TE DOEN
Schakel de afstandsschakelaar in of
schakel de aan/uit-input uit.
W
AT TE DOEN
Raadpleeg
Fenomeen 5: Eén van de
volgende beveiligingen is in werking
getreden.
Raadpleeg
Fenomeen 5: Eén van de
volgende beveiligingen is in werking
getreden.
Raadpleeg uw plaatselijke verdeler.
W
AT TE DOEN
Controleer de besturing en
raadpleeg
Fenomeen 5: Eén van de
volgende beveiligingen is in werking
getreden.
Het circuit kan pas na ongeveer
10 minuten opstarten.
Het circuit kan pas na na ongeveer
1 minuut opstarten.
Controleer het afstandscontact voor
het inschakelen/uitschakelen van de
capaciteitsbeperking.
W
AT TE DOEN
Controleer de zekeringen op het
voedingspaneel of meet de
spanningstoevoer.
Meet de spanningstoevoer.
Stel deze terug. Raadpleeg uw
verdeler als dit niet helpt.
Druk de blauwe toets in op het
overstroomrelais in de schakelkast
en stel de besturing terug.
W
AT TE DOEN
Verhoog de lucht- of
waterdoorstroming.
Controleer de unit op lekken en vul
indien nodig koelmiddel bij.
Controleer de werkingscondities van
de unit.
Na een drukstijging wordt deze
veiligheidsvoorziening automatisch
teruggesteld, maar de besturing zelf
moet nog teruggesteld worden.
5.3
Fenomeen 5.3: Hoge-drukschakelaar
M
OGELIJKE OORZAKEN
De condensorventilator functioneert
niet naar behoren.
De condensor is smerig of deels
belemmerd.
De luchtinlaattemperatuur van de
condensor is te hoog.
De ventilator draait in de
omgekeerde richting.
TERUGSTELLEN
5.4
Fenomeen 5.4: Thermische beveiliging van de ventilator is ingeschakeld
M
OGELIJKE OORZAKEN
Er heeft zich een mechanische
storing voorgedaan (de ventilator
is belemmerd).
Er is te weinig luchtstroom in de unit
of de buitentemperatuur is te hoog.
TERUGSTELLEN
5.5
Fenomeen 5.5: Fasebeveiliging is ingeschakeld
M
OGELIJKE OORZAKEN
Twee fasen van de voeding zijn
verkeerd aangesloten.
Eén fase is niet goed aangesloten.
TERUGSTELLEN
5.6
Fenomeen 5.6: Thermische beveiliging van de uitlaat is ingeschakeld
M
OGELIJKE OORZAKEN
De unit functioneert buiten het
werkingsbereik.
TERUGSTELLEN
5.7
Fenomeen 5.7: Vlotterschakelaar is ingeschakeld
M
OGELIJKE OORZAKEN
Geen lucht- of waterdoorstroming
over of door de verdamper.
TERUGSTELLEN
5.8
Fenomeen 5.8: Thermische beveiliging van de compressor is ingeschakeld
M
OGELIJKE OORZAKEN
De temperatuur in het motorblok van
de compressor is te hoog.
TERUGSTELLEN
W
AT TE DOEN
Controleer of de ventilatoren
onbelemmerd draaien. Reinig deze
indien nodig.
Verwijder eventuele obstakels en
reinig het condensorblok met behulp
van een borstel en een ventilator.
De luchttemperatuur gemeten aan
de inlaat van de condensor mag niet
hoger zijn dan 43°C.
Verwissel twee fasen van de voeding
op de ventilatormotor (enkel door
een erkend elektricien).
Na een drukdaling drukt u op de
knop van de hoge-drukschakelaar
en stelt u de besturing terug.
W
AT TE DOEN
Controleer of de ventilator
onbelemmerd draait.
Reinig grondig de lucht
warmtewisselaar.
Na een temperatuurdaling wordt de
thermische beveiliging automatisch
teruggesteld.
Vervang de motor of raadpleeg uw
plaatselijke verdeler als de beveili-
ging regelmatig in werking treedt.
W
AT TE DOEN
Verwissel twee fasen van de voeding
(enkel door een erkend elektricien).
Controleer de aansluiting van alle
fasen.
Na het verwisselen van twee fasen
of stevig bevestigen van de
voedingskabels wordt de beveiliging
automatisch teruggesteld maar moet
de besturing nog worden
teruggesteld.
W
AT TE DOEN
Controleer de werkingscondities van
de unit.
Na een temperatuurdaling wordt de
thermische beveiliging automatisch
teruggesteld maar moet de besturing
nog worden teruggesteld.
W
AT TE DOEN
Controleer de ventilator of
waterpomp.
Nadat u de oorzaak van de storing
heeft gevonden wordt de
vlotterschakelaar automatisch
teruggesteld maar moet de besturing
nog worden teruggesteld.
W
AT TE DOEN
Het koelmiddel koelt de compressor
niet voldoende af.
Na een temperatuurdaling wordt de
thermische beveiliging automatisch
teruggesteld maar moet de
circuitbesturing nog worden
teruggesteld.
Raadpleeg uw verdeler als de
beveiliging regelmatig in werking
treedt.
Gebruiksaanwijzing
14

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Erap150mbynnErap170mbynn

Inhoudsopgave