APPS
Een iPhone aansluiten
Bedrade verbinding
1
Sluit uw iPhone via de USB-aansluiting op
de volgende manieren aan. (P.80)
• Maak een verbinding met behulp van
KCA-iP103 (optionele accessoire) en USB-
adapter.
• Maak verbinding met behulp van USB-C
naar Lightning-kabel (los verkrijgbaar).
(P.80)
Wanneer een iPhone die compatibel is met
Apple CarPlay is aangesloten op de USB-
aansluiting, wordt de Bluetooth Handsfree-
telefoon die momenteel is verbonden,
losgekoppeld. Als een andere Bluetooth
handsfree telefoon wordt gebruikt, zal er
sprake zijn van ontkoppeling nadat het
telefoongesprek wordt beëindigd.
2
Ontgrendel uw iPhone.
Draadloze verbinding
U kunt de iPhone die geregistreerd is in
[Device List] selecteren en deze gebruiken als
het Apple CarPlay-apparaat.
Zie Registreer het Bluetooth-apparaat
(P.41).
1
Druk op de knop [HOME].
2
Raak [
] aan.
3
Raak [Apple CarPlay] aan. (P.13)
OPMERKING
• Schakel de Bluetooth- en Wi-Fi-functie van een
iPhone in.
• Als er twee of meer iPhones zijn geregistreerd,
selecteert u de iPhone die moet worden gebruikt
als de [Apple CarPlay]-bron. (P.22)
• Het is noodzakelijk om de GPS-antenne aan te
sluiten om Apple CarPlay draadloos te gebruiken.
• Wanneer de wifi-verbinding niet meer
beschikbaar is, wordt het HOME-scherm
weergegeven.
• U kunt Apple CarPlay niet gebruiken als de
functie is uitgeschakeld door de functionele set-
up van de iPhone in te stellen.
22
Om het huidige scherm naar het Apple
CarPlay scherm te schakelen wanneer u
uw iPhone verbindt
• Raak het [Apple CarPlay]-pictogram op het
bronselectiescherm aan. (P.13)
• Raak het volgende verbindingsbericht aan als
het bericht verschijnt.
OPMERKING
• Het verbindingsbericht verschijnt wanneer;
– De iPhone die u voorheen gebruikte opnieuw
wordt aangesloten.
– Een ander scherm dan het THUIS-scherm en
het bronselectiescherm worden weergegeven.
• Het verbindingsbericht wordt ongeveer 5
seconden getoond.
• Als het systeem er niet in slaagt een vriendelijke
naam te krijgen van de verbonden iPhone, zal het
onderwerp van het verbindingsbericht „Apple
CarPlay" of „*** device" zijn.
Ñ
Selecteer een Apple CarPlay-
apparaat
Als er twee of meer iPhones die compatibel
zijn met Apple CarPlay zijn geregistreerd,
selecteert u de iPhone die moet worden
gebruikt als de Apple CarPlay-bron.
Zie Schakel het aangesloten apparaat om
(P.42).
Ñ
Bedieningsknoppen en
beschikbare apps op het
startscherm van Apple CarPlay
U kunt de apps van de verbonden iPhone
gebruiken.
De weergegeven items en de gebruikte taal
op het scherm kunnen verschillen onder de
verbonden apparaten.
Om in de Apple CarPlay-modus te gaan, raakt
u het [Apple CarPlay]-pictogram aan op het
bronselectiescherm. (P.13)