Voer nogmaals een reiniging van de printkop uit.
Stap 3
Druk na de reiniging van de printkop nogmaals het controleraster voor spuitopeningen af en controleer het resultaat.
Als het resultaat hierdoor nog steeds niet is verbeterd, gaat u verder met de volgende stap.
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
Stap 4
Druk na de diepte-reiniging van de printkop het controleraster voor spuitopeningen af en controleer het resultaat.
• Vanaf de printer
Dieptereiniging van de printkop
• Vanaf de computer
◦ Voor Windows:
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit
◦ Voor macOS:
Voer een diepte-reiniging van de printkop uit
Als dit niet is verbeterd, schakelt u de printer uit, wacht u minstens 24 uur en gaat u dan verder met de volgende stap.
Voer nogmaals een diepte-reiniging van de printkop uit.
Stap 5
Druk na de nieuwe diepte-reiniging van de printkop het controleraster voor spuitopeningen af en controleer het resultaat.
Als het resultaat hierdoor nog steeds niet is verbeterd, gaat u verder met de volgende stap.
Voer een inktvervanging uit.
Stap 6
Druk na het uitvoeren van een inktvervanging het controleraster voor spuitopeningen af en controleer het resultaat.
Een inktvervanging vraagt veel inkt. Als u vaak een inktvervanging uitvoert, vraagt dat veel inkt. Doe dat daarom alleen als het nodig is.
Inktvervanging uitvoeren
Wanneer een inkttank opraakt, vult u de inkttank opnieuw.
Controle 3
Als het resterende inktniveau zich onder de ondergrenslijn (A) bevindt, vult u de inkttank met de juiste kleur inkt.
Als u de printer gebruikt totdat de inkttank leeg is, voert u een inktvervanging uit nadat de inkttank opnieuw is
gevuld.
Inkttanks opnieuw vullen
Inktvervanging uitvoeren
Als u papier met één bedrukbare zijde gebruikt, moet u de juiste bedrukbare
Controle 4
zijde van het papier controleren.
Als u afdrukt op de verkeerde zijde van dit soort papier, kunnen de afdrukken onduidelijk worden of kan de
kwaliteit minder worden.
433