• De instellingen voor paginaformaat, mediumtype en dergelijke blijven behouden, zelfs als de printer
wordt uitgeschakeld.
• Wanneer het kopiëren wordt gestart in de kopieerinstelling die niet is gekopieerd, wordt het bericht
Opgegeven functie niet beschikb. met huidige instellingen. (The specified function is not
available with current settings.) weergegeven op het aanraakscherm. Wijzig de instelling volgens
de aanwijzingen op het scherm.
De volgende instellingsitems kunnen worden gewijzigd.
• Intensit. (Intensity)
Geef de intensiteit op.
A: Selecteer om automatische aanpassing van de intensiteit in of uit te schakelen.
Wanneer ON is geselecteerd, wordt de intensiteit automatisch aangepast volgens de originelen die op
de plaat zijn geplaatst.
B: Sleep om de intensiteit op te geven.
Opmerking
Wanneer u ON selecteert bij de automatische intensiteitsaanpassing, kunnen de te plaatsen
documenten niet in de ADF (automatische documentinvoer) worden geplaatst.
• Vergrot. (Magnif.) (Vergroting)
Geef de methode voor vergroten/verkleinen op.
Kopieën verkleinen/vergroten
• Pap.bron (Paper src)
Selecteer een papierbron (Achterste la (Rear tray)/Cassette/Automatisch (Auto)) waarin papier is
geplaatst.
Opmerking
• Wanneer Automatisch (Auto) is geselecteerd, wordt papier ingevoerd uit de papierbron met
papier dat overeenkomt met de papierinstellingen (paginaformaat en mediumtype).
• Paginaformaat (Page size)
Selecteer het paginaformaat van het geplaatste papier.
• Type (Mediumtype)
Selecteer het mediumtype van het geplaatste papier.
337