17 Configuratie
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD werken met de thermistoren en/of
druksensoren/-schakelaars. Zo NIET kan de compressor
vuur vatten.
16.1
Controlelijst voor de
inbedrijfstelling
1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde
punten.
2 Sluit de unit.
3 Schakel de unit in.
U hebt de volledige instructies voor installatie en gebruik
gelezen,
zoals
beschreven
handleiding voor de installateur en de gebruiker.
De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
De afvoerleiding is goed geïnstalleerd en geïsoleerd, en
het afvoerwater goed kan wegstromen. Controleer op
waterlekken.
Mogelijk gevolg: er kan condenswater naar beneden
druppelen.
De koelmiddelleidingen (gas en vloeistof) zijn goed
geïnstalleerd en thermisch geïsoleerd.
Er zijn GEEN koelmiddellekkages.
Er zijn GEEN ontbrekende fasen of omgekeerde fasen.
Het systeem is correct geaard en de aardingsklemmen
zijn vastgedraaid.
De zekeringen of lokaal geïnstalleerde beveiligingen zijn
overeenkomstig dit document geïnstalleerd en zijn NIET
overbrugd.
De voedingsspanning stemt overeen met de spanning
op het identificatieplaatje van de unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of
beschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.
Er zijn GEEN beschadigde onderdelen of buizen die
tegen de binnenkant van de binnen- of buitenunit gedrukt
worden.
De afsluiters (gas en vloeistof) op de buitenunit staan
volledig open.
16.2
Proefdraaien
INFORMATIE
Voor de testprocedure, zie de uitgebreide handleiding of
servicehandleiding van de gebruikersinterface.
OPMERKING
Onderbreek het proefdraaien NIET.
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
• M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
• SW: Nummer instelling
• —: Waardenummer
•
: Standaard
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
22
17
17.1
Voer de volgende lokale instellingen uit in overeenstemming met de
echte installatie en met de behoeften van de gebruiker:
▪ Stand hoger luchtdebiet
▪ Luchtdebiet bij uitgeschakelde thermostaatregeling
▪ Tijd om filter te reinigen
▪ Aantal binnenunits in systeem met simultane werking
▪ Individuele instelling van systeem voor simultane werking
▪ Computerbesturing (geforceerd UIT en AAN/UIT-werking)
in
de
uitgebreide
Instelling: Stand hoger luchtdebiet
Deze instelling moet overeenstemmen met de behoeften van de
gebruiker. Het ingestelde luchtdebiet (HOOG, MIDDELMATIG en
LAAG) kan lokaal worden verhoogd. Verander het cijfer (—) zoals
aangegeven in de volgende tabel.
Standaard
Licht verhoogd
Verhoogd
Instelling: Luchtdebiet bij uitgeschakelde thermostaatregeling
Deze instelling moet overeenstemmen met de behoeften van de
gebruiker. Zij bepaalt de ventilatorsnelheid van de binnenunit bij
thermostaat UIT.
Ventilatorwerking
bij thermostaat
UIT (koelen/
verwarmen)
Configuratie
Lokale instelling
INFORMATIE
▪ Sommige
lokale
instellingen
wanneer u op de binnenunit optionele accessoires
aansluit.
Voor
montagehandleiding van het optionele accessoire.
▪ De volgende instelling is alleen van toepassing bij
gebruik van de gebruikersinterface BRC1H52*. Zie de
montagehandleiding of servicehandleiding van de
gebruikersinterface
gebruikersinterface wordt gebruikt.
Voor een ... luchtdebiet
1 Als u de ventilator op werking hebt ingesteld, stel dan het
luchtdebiet in:
Als u wilt...
Normaal
Stop
kunnen
veranderen
meer
informatie,
zie
de
wanneer
een
andere
(1)
Dan
M
SW
—
13 (23)
0
01
02
03
(1)
Dan
M
SW
—
11 (21)
2
01
02
FAA71+100BUV1B
Split systeemairconditioners
3P654518-1D – 2022.09