Werking
Warme start Bij warme start wordt de ventilator van de binnenunit
stilgelegd en verschijnt het volgende symbool op het
thuisscherm:
6.2.3
Uitblaasrichting
Wanneer. Stel de uitblaasrichting in naar wens.
Wat. Het systeem blaast de lucht uit in de door de gebruiker
ingestelde richting.
VOORZICHTIG
▪ Regel de hoek van de horizontale klep ALLEEN met
een
gebruikersinterface
afstandsbediening). Wanneer u de horizontale klep met
de hand verplaatst terwijl ze draait, geraakt het
mechanisme defect.
▪ Verander de stand van de verticale kleppen voorzichtig.
In de luchtuitlaat draait een ventilator met hoge
snelheid.
1 Verticale uitblaasrichting
De volgende verticale uitblaasrichtingen kunnen worden ingesteld
met de gebruikersinterface:
Richting
Vaste stand. De binnenunit
blaast de lucht uit in 1 van 5
vaste standen.
Draaien. De binnenunit wisselt af
tussen de 5 standen.
Opmerking: De aanbevolen stand van de horizontale kleppen hangt
af van de bedrijfsstand.
a
b
a
Koelen
b
Verwarmen
INFORMATIE
Voor de instelprocedure van de verticale uitblaasrichting,
zie de uitgebreide handleiding of de handleiding van de
gebruikersinterface.
2 Horizontale uitblaasrichting
▪ Horizontale uitblaasrichting: stand van de verticale kleppen met de
hand veranderen.
Verticale kleppen regelen
1 Verander de stand van de horizontale kleppen met de
gebruikersinterface om gemakkelijk bij de knoppen op de
verticale kleppen te komen.
2 Houd de knoppen vast en beweeg ze een beetje omlaag.
FAA71+100BUV1B
Split systeemairconditioners
3P654518-1D – 2022.09
Beschrijving
(bijv.
draadloze
Scherm
7 Onderhoud en service
3 Houd de knoppen vast en verander naar de gewenste stand
links of rechts.
a
a
Knoppen
INFORMATIE
Wanneer de unit in een hoek van een kamer is
geïnstalleerd, mogen de verticale kleppen niet naar een
muur gericht zijn. De unit zal minder efficiënt werken als de
lucht wordt geblokkeerd door een muur.
6.3
Gebruik van het systeem
INFORMATIE
Om de bedrijfsstand of andere instellingen in te stellen, zie
de uitgebreide handleiding of gebruiksdhandleiding van de
gebruikersinterface.
7
Onderhoud en service
7.1
Voorzorgsmaatregelen voor
onderhoud en service
OPMERKING
Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend
installateur of een servicetechnicus.
Laat het onderhoud minstens één keer per jaar uitvoeren.
De
geldende
wetgeving
onderhoudsintervallen vereisen.
VOORZICHTIG
Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de
luchtinlaat of -uitlaat. Wanneer de ventilator met hoge
snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken.
OPMERKING
Voer
NOOIT
zelf
servicewerkzaamheden aan de unit uit. Vraag hier een
erkend servicetechnicus voor. Als eindgebruiker mag u wel
de luchtuitlaat, de buitenkant, het voorpaneel en het
luchtfilter reinigen.
WAARSCHUWING
Vervang NOOIT een zekering door een zekering met een
andere waarde of andere draden als een zekering is
doorgebrand. Het gebruik van een draad of koperdraad
kan een uitval van de unit of brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de
luchtinlaat of -uitlaat. Verwijder de ventilatorafscherming
NIET. Wanneer de ventilator met hoge snelheid draait, zou
dit letsels veroorzaken.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
a
kan
evenwel
kortere
een
inspectie
van
11
of