▪ Luchtstroom. Zorg ervoor dat de luchtstroom niet geblokkeerd
wordt.
▪ Afvoer. Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden
afgevoerd.
▪ Afstand. Let op de volgende vereisten:
≥50
(mm)
a
Belemmering
b
Minimumafstand tot de vloer
OPMERKING
Monteer de binnenunit NOOIT rechtstreeks op de muur.
Gebruik de bijgeleverde montageplaat voor installatie.
12.2
De binnenunit monteren
12.2.1
Montageplaat installeren
1 Verwijder de montageplaat van de unit.
▪ Verwijder 2 schroeven van de klasse 71 of 1 schroef van de
klasse 100.
▪ Duw de knoppen in de richting van de pijl.
▪ Verwijder de montageplaat.
A
c
a
2
3
b
FAA71+100BUV1B
Split systeemairconditioners
3P654518-1D – 2022.09
≥50
a
≤120
2
c
c
2
b
1
1
12 Installatie van de unit
B
c
c
a
c
2
2
3
A
Klasse 71
B
Klasse 100
a
Montageplaat
b
Schroef
c
Knop
2 Kies de plaats voor de leidingen (voor leidingen aan de
onderkant of de zijkant, zie
verwijderen" [ 4 17]):
d
c
a
b
a
Leidingen rechts
b
Leidingen rechts onder
c
Leidingen rechts achter
d
Leidingen links onder
e
Leidingen links achter
f
Leidingen links
3 Maak de montageplaat tijdelijk vast op de muur.
4 Zet de montageplaat waterpas (gebruik de tabs op de
montageplaat).
5 Markeer het middelpunt van de boorpunten op de muur met
behulp van een meetlint. Houd het uiteinde van de meter bij het
symbool " ".
6 Maak de montageplaat vast op de muur om de installatie te
beëindigen:
▪ Gebruik in geval van M4×25L schroeven (accessoire) aan elke
kant minstens 4 schroeven.
▪ Bij gebruik van bouten (Voorbeeld: voor een betonnen muur):
gebruik M8~M10 bouten (lokaal te voorzien) - aan elke kant één.
INFORMATIE
Het verwijderde leidingpoortdeksel kan in het vak van de
montageplaat worden opgeborgen.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
2
c
2
1
b
"12.2.3 Leidingpoortdeksel
f
e
15