De faxtoepassingen selecteren
3
Alleen de
l
toepassingen die
Ø
relevant zijn voor
de apparaat-
configuratie zijn
beschikbaar
Ø
Ø
E
Faxnummer invoeren
4
Er zijn
l
Ø
verschillende
methoden
beschikbaar voor
het invoeren van
Ø
het externe
faxnummer; voor
meer informatie
"Kiesmethoden"
op pagina 6-14
raadplegen.
Pagina 6-4
Om een faxtoepassing te
selecteren, de toepasselijke toets
op het bedieningspaneel indrukken.
De huidige instelling voor de
geselecteerde toepassing wordt
weergegeven.
De toets herhaaldelijk indrukken tot
de gewenste instelling wordt
weergegeven.
Wanneer de correcte instelling
wordt weergegeven, [Invoeren]
indrukken om de selectie op te
slaan.
Voor meer informatie over de beschikbare faxtoepassingen, "Faxtoepassingen" op pagina 6-6
raadplegen.
Met de aantaltoetsen het
telefoonnummer van het externe
faxapparaat invoeren.
Indien een foutief cijfer is
ingevoerd, de navigatietoetsen
gebruiken om het foutieve cijfer te
selecteren en vervolgens het juiste
cijfer indrukken.
Wanneer de toets [Wissen/Alles
wissen] wordt ingedrukt, wordt het
hele faxnummer verwijderd.
Faxtoepassingen
Navigatietoetsen
Xerox WorkCentre M15/M15i Handleiding voor de gebruiker
Aantaltoetsen
Toets Wissen/Alles
wissen