Toewijzing van tekens aan toetsen
In de volgende tabel staat een overzicht van de tekens die zijn toegewezen aan de cijfertoetsen die
onderdeel uitmaken van de aantaltoetsen:
Nummers of namen bewerken
Om een fout te corrigeren, de cursor onder het incorrecte teken plaatsen door
drukken. Het juiste cijfer indrukken om het incorrecte teken te overschrijven. Indien [Wissen/Alles
wissen] wordt ingedrukt, worden alle tekens gewist.
Pauze invoegen
Bij sommige telefoonsystemen is een toegangscode (bijvoorbeeld 9) vereist en klinkt er een tweede
kiestoon. In dat geval dient er een pauze in het telefoonnummer te worden ingevoegd. Een pauze
kan in een snelkiesnummer worden ingevoegd.
Om een pauze in te voegen [Opnieuw kiezen/Pauze] indrukken terwijl het telefoonnummer wordt
ingevoerd. Op de betreffende plaats wordt "-" weergegeven.
Pagina 3-12
TOETS
TOEGEWEZEN CIJFERS, LETTERS OF TEKENS
1
1> Spatie
2
A > B> C > 2
3
D > E > F > 3
4
G > H > I > 4
5
J > K > L > 5
6
M > N > O > 6
7
P > Q > R > S > 7
8
T > U > V > 8
9
W > X > Y > Z > 9
0
+ > - > , > . > ' > / > * > # > & > 0
Xerox WorkCentre M15/M15i Handleiding voor de gebruiker
of
in te