OVERIGE EXTERNE COMPONENTEN
OVERIGE EXTERNE COMPONENTEN
Gebruik van het achteruitkijk-
camera
• Voor het verbinden van een achterzichtcamera, zie
bladzijde 66.
• Voor gebruik van een achteruitkijk-camera
moet het REVERSE-draad worden verbonden.
(Bladzijde 64)
❏ Instellingen voor de achterzichtcamera
1
Toon het <Input> instelscherm.
Op het startscherm:
2
Toon het <Rear Camera> scherm.
34
3
[ON]
Het beeld van de achterzichtcamera
wordt getoond wanneer de versnelling
in zijn achteruit (R) wordt geschakeld.
[OFF]
Kies wanneer u geen camera heeft
aangesloten.
❏ Tonen van het scherm van de
achterzichtcamera
Tonen van het beeld van de achterzichtcamera
Het achterzicht wordt getoond wanneer de
versnelling in zijn achteruit (R) wordt geschakeld.
• Voor het wissen van de waarschuwing, raakt u het
scherm weer even aan.
Handmatig tonen van het beeld van de
achterzichtcamera
Op het onderliggende snelkoppelingsmenu
(Bladzijde 11):
Toon het onderliggende snelkoppelingsmenu door
een druk op MENU op het monitorpaneel en kies
vervolgens [Camera].