Gebruikers beheren
Er kunnen tot 95 verschillende toegangscodes voor gebruikers worden
geprogrammeerd Iedere toegangscode voor een gebruiker kan zijn:
Uniek gelabeld.
⚫
Nabijheidslabel toegewezen. Nabijheid labels werken alleen maar als ze
⚫
zijn aangemeld bij het systeem.
Wordt alleen toegewezen om bepaalde partities te bedienen. Voor meer
⚫
informatie over partities zie hoofdstuk "Partities beheren".
Geconfigureerd met aanvullende kenmerken. Voor meer informatie zie
⚫
"configureren extra gebruikersopties".
Opmerking: Uw installateur configureert alle toegangscode met een lengte van 4 of 6
cijfers. U kunt geen toegangscodes van beide lengtes op uw systeem hebben.
Geprogrammeerde zones worden aangegeven op het LCD-scherm. Voor meer
informatie over gebruikersmarkeringen zie de Tabel
Op een ICN of LED-toetsenbord worden voor geprogrammeerde gebruikers de cijfers
weergegeven
Gebruiker toevoegen, wijzigen of verwijderen
Iedere geconfigureerde gebruiker krijgt een nummer van 01-95 toegewezen. Er kunnen
geen dubbele toegangscodes worden gebruikt.
Het toevoegen of wijzigen van toegangscodes voor gebruikers
1.
Druk van de gewenste gebruiker [*] of [1].
2.
Voer een nieuwe 4 of 6-cijferige toegangscode in. Na het invoeren van een
nieuwe code keert u automatisch terug naar het vorige menu en op een LCD-
scherm wijzigt de markering van - naar P. Op een ICN of LED-toetsenbord
worden voor de geprogrammeerde gebruiker de cijfers weergegeven. Als er
een code dubbel wordt ingevoerd klinkt er een fouttoon.
15