1.3 BASISOPSTELLING
In deze montagehandleiding worden de montage en
demontage van de basisopstelling beschreven. In de
basisopstelling kan het steigersysteem plettac SL70
worden gebruikt als werksteiger van belastingsklasse 1
t/m 3, als valbeveiliging of dakrandbeveiliging, al dan
niet met vangschot.
Bijlage 1 bevat een lijst met de steigeronderdelen die
voor de basisopstelling worden gebruikt. De vloerdelen
die als valbeveiliging of dakrandbeveiliging gebruikt
kunnen worden, zijn vermeld in tabel 1.
De maximale opbouwhoogte van de basisopstelling is 24
m, plus de hoogte van de voetspindels.
Als het steigersysteem plettac SL70 wordt gebruikt
voor steigers die afwijken van de basisopstelling en niet
binnen de specialistische ervaring van de
verantwoordelijke steigerbouwer vallen, moeten die
afwijkingen beoordeeld en zo nodig berekend worden op
basis van de bouwkundige voorschriften en wetgeving,
in overeenstemming met de bouwtechnische bepalingen
en de bepalingen van certificering Z-8.1-29.
SL GEBRUIKSAANWIJZING
1.4 VERPLICHTING TOT CONTROLE EN
DOCUMENTATIEVERSTREKKING
De steiger SL70 moet door daartoe bevoegde personen
worden geïnspecteerd na elke montage en voorafgaand
aan elke ingebruikname. De inspectie moet
gedocumenteerd worden. Als bepaalde delen van de
steiger niet gebruiksklaar zijn, met name tijdens de
montage, ombouw en demontage, moeten die delen
duidelijk worden aangegeven met het verbodsbord
"Verboden toegang".
Bovendien moet met afsluitingen duidelijk worden
aangegeven dat de steiger SL70 niet gereed is en niet
betreden mag worden. Na voltooiing en inspectie moet
de SL70 voor de duur van het gebruik worden voorzien
van een duidelijk leesbare aanduiding die de volgende
gegevens bevat:
Werksteigers volgens EN 12811-1 en DIN 4420-1
Breedteklasse: W06 en belastingsklasse: 3
Uniform verdeelde belasting: max. 2.0 kN/m
Inspectiedatum
Verantwoordelijke steigerbouwbedrijf
Adres
Telefoon
Voorafgaand aan elke ingebruikname moet de
steiger SL70 geïnspecteerd worden. De inspectie
moet gedocumenteerd worden
2
7