12.1
Reserveonderdelen aankopen
De originele componenten van het product werden in het ka-
der van de conformiteitskeuring door de fabrikant meegecer-
tificeerd. Als u bij het onderhoud of reparatie andere, niet ge-
certificeerde of niet toegestane delen gebruikt, dan kan dit
ertoe leiden dat de conformiteit van het product vervalt en
het product daarom niet meer aan de geldende normen vol-
doet.
We raden ten stelligste het gebruik van originele reserveon-
derdelen van de fabrikant aan, omdat hierdoor een storing-
vrije en veilige werking van het product gegarandeerd is. Om
informatie over de beschikbare originele reserveonderdelen
te verkrijgen, kunt u zich tot het contactadres richten, dat aan
de achterkant van deze handleiding aangegeven is.
▶
Als u bij het onderhoud of de reparatie reserveonderde-
len nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserve-
onderdelen die voor het product zijn toegestaan.
12.2
Brandermodule demonteren
Gevaar!
Verbrandingsgevaar door hete compo-
nenten!
Aan de branderbouwgroep en alle watervoe-
rende componenten is er gevaar voor ver-
brandingen.
▶
Voer werkzaamheden aan deze onderde-
len pas uit als deze zijn afgekoeld.
1.
Klap de schakelkast omlaag.
6
8
7
5
4
2.
Verwijder de aansluitkabels aan het gasblok (4) en aan
de ventilator (1).
3.
Verwijder de aardingsleiding (8).
4.
Verwijder de stekker aan de ontstekingselektrode (7)
en aan de bewakingselektrode (6).
5.
Verwijder de stuurslangen (3) aan het gasblok en aan
de venturi.
6.
Verwijder de vier schroeven (2) tussen venturi en ver-
brandingsluchtgeluiddemper resp. hogetemperatuurpo-
lypropyleenbuis.
7.
Leg de verbrandingsluchtgeluiddemper met hogetem-
peratuurpolypropyleenbocht 87° voorzichtig weg.
8.
Verwijder de vier schroeven M5 (5) aan de gasbuis
(gasfilter) resp. aan het gasblok.
0020241677_03 Installatie- en onderhoudshandleiding
9
3
9.
Verwijder de vier moeren M8 (9) aan de warmtewisse-
laar.
10.
Neem de complete eenheid, bestaande uit brander-
flens, gasblok, ventilator en venturi naar voren eruit en
leg deze voorzichtig weg.
11.
Verwijder de afdichting tussen warmtewisselaar en
branderflens.
12.
Trek de brander er naar voren toe uit.
13.
Controleer de componenten van de brandermodule en
de warmtewisselaar op beschadigingen en verontreini-
gingen.
14.
Indien nodig, reinig of vervang dan de componenten
volgens de volgende paragrafen.
12.3
Branderkamer reinigen
1.
Bescherm de schakelkast tegen spatwater.
2.
Reinig de verbrandingskamer met water en een reini-
gingsborstel.
3.
Spoel de losgekomen verontreinigingen met water af.
◁
Het water loopt via de rookgasverzamelaar en de
condensafvoerleiding weg.
12.4
Brander reinigen
1.
Demonteer de brandermodule. (→ Pagina 23)
2.
Gebruik voor de reiniging geen puntige of scherpe
voorwerpen om het branderoppervlak niet te bescha-
digen.
3.
Blaas de brander buiten de opstellingsruimte van bui-
ten naar binnen met perslucht uit. Als geen perslucht
aanwezig is, kunt u de brander als alternatief ook met
water uitspoelen. Vervang de brander bij sterke vervui-
ling.
4.
Monteer de brandermodule. (→ Pagina 23)
1
12.5
Brandermodule monteren
Gevaar!
Levensgevaar door lekkend gas!
Een defecte branderkamerafdichting kan het
veilige gebruik van het product beïnvloeden
en tot lichamelijk letsel en materiële schade
leiden.
2
▶
Vervang de branderkamerafdichting na
elke inspectie en onderhoudsbeurt.
23