•
Ingeschakeld: met deze functie kunt u de weersregeling inschakelen. Hiervoor moet een externe sensor
worden geïnstalleerd op een plaats waar de sensor kan worden blootgesteld aan atmosferische factoren.
•
Verwarmingscurve: dit is een curve waarmee de vooraf ingestelde temperatuur van de gasboiler wordt
bepaald op basis van de buitentemperatuur. In de regelaar wordt de curve vastgesteld op basis van vier
temperatuurinstelpunten voor de respectievelijke buitentemperaturen.
•
Min. temperatuur: met deze optie kunt u de minimale boilertemperatuur instellen.
•
Max. temperatuur: met deze optie kunt u de maximale boilertemperatuur instellen
➢ CH-instelpunt temperatuur: deze functie wordt gebruikt om de temperatuur van het CH-instelpunt in te stellen,
waarna de herverwarming wordt uitgeschakeld.
➢ DHW-instellingen
•
Bedrijfsmodus: dit is een functie waarmee u de modus kunt selecteren, waarbij u de keuze heeft uit Schema,
Tijdsmodus en Constante modus. In de modus Constant of Tijd geldt het volgende:
− Actief: het DHW-instelpunt voor temperatuur is van toepassing.
− Inactief: de lagere temperatuur is van toepassing.
•
Instelpunt temperatuur: met deze optie kunt u het DHW-instelpunt voor de temperatuur instellen, waarna de
pomp wordt uitgeschakeld (van toepassing als de modus
•
Lagere temperatuur: een optie waarmee u de vooraf ingestelde DHW-temperatuur kunt instellen die geldig is
als de modus
•
Schema-instellingen: een functie waarmee u het schema kunt instellen, d.w.z. de tijd en dagen waarop de
opgegeven vooraf ingestelde DHW-temperatuur van toepassing is.
7.10. TAAL
Met deze functie kunt u de taal van de regelaar wijzigen.
7.11. HERHALINGSFUNCTIE
De herhalingsfunctie gebruiken:
➢
Menu Monteursmenu Herhalingsfunctie Registratie
Selecteer
➢
Start de registratie op het transmissieapparaat.
➢
Nadat stap 1 en 2 zijn uitgevoerd, moet de wachtprompt op de ML-12-regelaar veranderen van 'Registratiestap 1'
naar 'Registratiestap 2' en wordt 'communicatie geslaagd' weergegeven op het transmissieapparaat.
➢
Voer de registratie uit op het doelapparaat of op een ander apparaat dat herhalingsfuncties ondersteunt.
De gebruiker wordt door een toepasselijke prompt op de hoogte gesteld van het positieve of negatieve resultaat van het
registratieproces.
LET OP
De registratie moet altijd op beide geregistreerde apparaten geslaagd
zijn.
7.12. FABRIEKSINSTELLINGEN
Met deze functie kunt u de instellingen van het monteursmenu terugzetten naar de instellingen die door de fabrikant zijn
opgeslagen.
8. SERVICEMENU
Het servicemenu van de regelaar is alleen beschikbaar voor geautoriseerde personen en wordt beschermd door een
bedrijfseigen code van Tech Sterowniki.
Inactief
is geselecteerd.
Actief
is geselecteerd).
21