Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tech Controllers EU-M-12t Gebruiksaanwijzing pagina 15

Inhoudsopgave

Advertenties

RUIMTESENSOR
Sensorselectie: deze functie wordt gebruikt om een sensor of ruimteregelaar in een bepaalde zone te registreren. Met
deze functie heeft u de mogelijkheid om voor een bekabelde NTC-sensor, een bekabelde RS-sensor of een draadloze
sensor te kiezen. De geregistreerde sensor kan ook worden verwijderd.
Kalibratie: de kalibratie wordt uitgevoerd tijdens de montage of na langdurig gebruik van de sensor als de
weergegeven temperatuur in de sensor afwijkt van de daadwerkelijke temperatuur.
Hysterese: voegt een tolerantie toe voor de kamertemperatuur binnen het bereik van 0,1-5 C, waarbij aanvullende
verwarming/koeling wordt ingeschakeld.
CONFIGURATIE VAN UITGANGEN
Met deze optie worden de uitgangen geregeld: vloerpomp, spanningsloos contact en uitgangen van sensoren 1 -8 (NTC voor
het regelen van de temperatuur in de zone- of vloersensor om de temperatuur van de vloer te regelen). De sensoruitgangen
1-8 worden respectievelijk toegewezen aan de zones 1-8.
Deze functie maakt het ook mogelijk om de pomp en het contact in een bepaalde zone uit te schakelen. Een dergelijke zone
zal, zelfs als verwarming noodzakelijk is, niet worden geregeld.
INSTELLINGEN
Weersregeling: een voor de gebruiker beschikbare optie om de weersregeling in/uit te schakelen.
LET OP
De weersregeling werkt alleen in de verwarmingsstand.
Verwarming: met deze functie wordt de verwarmingsfunctie in-/uitgeschakeld. De gebruiker kan ook een schema
selecteren dat geldig is voor de zone tijdens het verwarmen en voor het bewerken van een afzonderlijke constante
temperatuur.
Koeling: met deze functie wordt de koelfunctie in-/uitgeschakeld. De gebruiker kan ook een schema selecteren dat
geldig is in de zone tijdens het koelen en voor het bewerken van een afzonderlijke constante temperatuur.
Temperatuurinstellingen: deze functie wordt gebruikt om de temperatuur in te stellen voor de drie bedrijfsmodi
(Vakantiestand, Spaarstand, Comfortstand).
Optimale start: een intelligent verwarming-regelsysteem. Het bestaat uit continue bewaking van het
verwarmingssysteem en het gebruik van deze gegevens om de verwarming automatisch te activeren voordat de tijd is
verstreken die nodig is om de vooraf ingestelde temperaturen te bereiken. In de handleiding van de L-12 vindt u een
gedetailleerde beschrijving van deze functie.
ACTUATOREN
Informatie: op het scherm worden de gegevens van de klepkop weergegeven: batterijniveau, bereik.
Instellingen
SIGMA: deze functie maakt een naadloze bediening van de elektrische actuator mogelijk. De gebruiker kan de minimum-
en maximumopeningen van de klep instellen. Dit houdt in dat de mate van het openen en sluiten van de klep deze
waarden nooit zal overschrijden. Bovendien past de gebruiker de parameter Bereik aan, die bepaalt bij welke
kamertemperatuur de klep wordt gesloten en geopend. Raadpleeg de handleiding van de L-12 voor een gedetailleerde
beschrijving.
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave