Inhoudsopgave
Advertenties
levensduur kan worden verlengd. Ongeacht of een bepaalde zone opnieuw moet worden verwarmd, wordt de compressor
pas ingeschakeld na de tijd die is verstreken vanaf het einde van de vorige bedrijfscyclus.
➢ Omleiding: een optie die noodzakelijk is bij afwezigheid van een buffer, waardoor de warmtepomp van een geschikte
warmtecapaciteit wordt voorzien.
Deze optie is afhankelijk van het sequentieel openen van opeenvolgende zones bij elke gespecificeerde tijd.
•
Vloerpomp: hiermee kan de vloerpomp worden geactiveerd of gedeactiveerd
•
Cyclusduur: de duur van het openen van de geselecteerde zone.
7.1.10 MENGKLEP
Met deze functie kunt u de waarden en status van de afzonderlijke parameters van de mengklep bekijken. Raadpleeg de
handleiding van de L-12-regelaar voor een gedetailleerde beschrijving van de functie en werking van de klep.
7.1.11 VERSIE
Met deze functie wordt het softwareversienummer van de module weergegeven. U heeft deze informatie nodig wanneer u contact
opneemt met de klantenservice.
7.2.
AANVULLENDE MODULES
Het is mogelijk om het aantal ondersteunde zones uit te breiden met behulp van aanvullende ML-12-regelaars (modules) (max.
4 in het systeem).
7.2.1
MODULESELECTIE
Elke regelaar moet afzonderlijk in de L-12-regelaar worden geregistreerd:
•
Selecteer het volgende in de L-12-regelaar:
Menu Monteursmenu Aanvullende modules Module 1-4 Type module Bekabeld/draadloos
Registreren
•
Selecteer het volgende in de ML-12-regelaar:
Menu Monteursmenu Hoofdmodule Type module Bekabeld/draadloos Registreren
De ML-12-uitbreidingsmodule kan ook worden geregistreerd via het EU-M-12t-paneel:
•
Selecteer het volgende in het paneel:
Menu Monteursmenu Aanvullende modules Module 1-4 Moduleselectie Bekabeld/draadloos
Registreren
•
Selecteer het volgende in de ML-12-regelaar:
Menu Monteursmenu Hoofdmodule Type module Bekabeld/draadloos Registreren
7.2.2
INFO
Met deze parameter kunt u een voorbeeld bekijken van welke module in de L-12-regelaar is geregistreerd en welke functies zijn
ingeschakeld.
7.2.3
NAAM
Deze optie wordt gebruikt om de geregistreerde module een naam te geven.
7.2.4
ZONES
Deze functie wordt beschreven in hoofdstuk 7.1.4. Zones.
18
Advertenties
Inhoudsopgave
