DMU40252
De motor gebruiken
DWM02601
Dit product stoot uitlaatgassen uit die
koolmonoxide bevatten, een kleur- en
geurloos gas dat hersenbeschadiging of
de dood kan veroorzaken wanneer het
wordt ingeademd. Symptomen van kool-
monoxidevergiftiging zijn onder meer
misselijkheid, duizeligheid en slaperig-
heid. Zorg ervoor dat cockpit en cabine
altijd goed geventileerd zijn. Vermijd het
blokkeren van uitlaatpoorten.
DMU31814
Brandstof toevoeren
1.
Als er een brandstofleidingkoppelstuk of
brandstofklep op de boot is voorzien,
sluit de brandstofleiding dan zorgvuldig
aan op het koppelstuk of open de brand-
stofklep.
2.
Knijp in de opvoerpomp, met de pijl naar
boven gericht, tot u de pomp hard voelt
worden.
1. Pijl
DMU27495
Starten van de motor
DWM01601
Controleer alvorens te starten of de boot
stevig aangemeerd is en of u niet belem-
merd wordt bij het sturen. Vergewis u er
ook van dat er zich geen zwemmers in het
water rondom de boot bevinden.
DMU41791
Startcontroles
Zet de bedieningshendel in neutraal en zet
de hoofdschakelaar op "
u ervan dat er geen waarschuwingslampje
gaat branden. Als de zoemer weerklinkt en
de waarschuwingslamp van het wateraf-
scheidingsfilter knippert, dient u onmiddellijk
contact op te nemen met uw Yamaha-dealer.
DMU41904
Procedure voor het starten van de motor
DWM01842
Het niet bevestigen van de motorstop-
schakelaarkoord kan resulteren in een
op hol geslagen boot wanneer de schip-
per uit de boot wordt geslingerd. Be-
vestig de motorstopschakelaarkoord
tijdens het gebruik van de motor op een
veilige plaats aan uw kleding, of aan uw
arm of been. Maak de koord niet vast
aan kleren die kunnen worden losge-
trokken. Zorg ervoor dat de koord ner-
gens achter verstrikt raakt, waardoor ze
haar functie verliest.
Zorg ervoor dat u tijdens een normaal
gebruik niet per ongeluk aan de koord
trekt. Als de motoraandrijving wegvalt,
wordt de boot veel minder goed be-
stuurbaar. Zonder motoraandrijving zal
de boot ook snel vertragen. Daardoor
kunnen personen en voorwerpen in de
boot naar voren geslingerd worden.
1.
Zet de bedieningshendel in neutraal.
Werking
" (aan). Vergewis
58