Code
Type Storing
4017
C
General FC Alarm
4017
C
General FC Alarm
4017
C
General FC Alarm
4017
C
General FC Alarm
4018
C
Motor Ground Fault
Warning
4019
C
Motor Overload
4019
C
Motor Overload
4020
C
Motor Overtemp.
4022
C
Motor Safe Stop
Warning
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo DDI-I • Ed.03/2023-06
Oorzaak
Motoroverbelasting
Toerentalgrens bereikt.
Spanningsgrens bereikt.
Temperatuur van de frequentieom-
vormer te koud voor gebruik.
Aardlek tussen een uitgangsfase en
de aarde (tussen frequentieomvor-
mer en motor of direct in de motor)
Draaimomentgrenswaarde bereikt
Overstroom
Thermische motorbewaking is ge-
activeerd.
"Safe Torque Off" is actief.
Verhelpen
Motor oververhit, koeling en gebruiksomstandighe-
den controleren.
Motor op mechanische overbelasting controleren.
Controleer de gebruiksomstandigheden.
Controleer de gebruiksomstandigheden.
Temperatuursensor in de frequentieomvormer con-
troleren.
Sensorkabel tussen de IGBT en de poortbesturings-
kaart controleren.
Laat de elektrische aansluiting op de frequentie-
omvormer controleren door een elektricien.
Laat de elektrische aansluiting op de motor contro-
leren door een elektricien.
Als het systeem de motorische draaimomentgrens-
waarde tijdens de acceleratiehelling overschrijdt,
tijd voor de acceleratiehelling verlengen.
Als het systeem de generatorische draaimoment-
grenswaarde tijdens de remhelling overschrijdt, tijd
voor de remhelling verlengen.
Verhoog, als de draaimomentgrenswaarde in bedrijf
wordt bereikt, de draaimomentgrenswaarde. Zorg
ervoor dat het systeem met het hogere draaimo-
ment kan worden gebruikt, neem indien nodig con-
tact op met de servicedienst.
Stroomverbruik van de motor te hoog, gebruiksom-
standigheden controleren.
Koppel de motor los van de netaansluiting en draai
de as met de hand. Als de as niet gedraaid kan wor-
den, informeer dan de servicedienst.
Dimensionering motorvermogen/frequentieomvor-
mer controleren. Als het motorvermogen te hoog is,
neem dan contact op met de servicedienst.
Parameters 1-20 tot 1-25 in de frequentieomvor-
mer op correcte motorgegevens controleren en
eventueel aanpassen.
Motor oververhit, koeling en gebruiksomstandighe-
den controleren.
Motor op mechanische overbelasting controleren.
Aansluiting van de thermische motorbewaking
controleren (frequentieomvormer: klem 33 en klem
50 (+10 VDC).
Als een thermoschakelaar of thermistor wordt ge-
bruikt, controleer dan parameter 1-93 "Thermistor
Source" in de frequentieomvormer: De waarde
moet overeenkomen met de bedrading van de sen-
sor.
Aansluiting controleren: Op klem 37 van de fre-
quentieomvormer moet 24 VDC aangesloten zijn.
Als de fout verholpen is, moet er een handmatige
reset plaatsvinden!
Installatie in explosieve zone: Uitschakelparameter
(thermische motorbewaking, droogloopbeveiliging)
controleren.
nl
71