nl
4.6.1
Regelingsmodi
4.6.1.1 Regelingsmodus: Level Controller
4.6.1.2 Regelingsmodus: PID Controller
Gewenste waarde
Fig. 15: Regelkring met PID-regelaar
Proportioneel
Κ
ρ
Integraal
1
Τ
ί
d
T
d
dt
Differentieel
Fig. 16: PID-regeling
24
De enkele pompen werken volgens het Master-/Slave-principe. Hierbij wordt elke pomp af-
zonderlijk via de Slave-startpagina ingesteld. Via de bovengeschikte Master-startpagina
worden de systeemafhankelijke parameters ingesteld:
•
Operating Mode - installatie in- en uitschakelen, regelingsmodus instellen.
•
System Limits - installatiegrenzen instellen.
•
Fundamentele instellingen voor de regelingsmodi:
–
Level Controller
–
PID
–
High Efficiency(HE) Controller
Via de ingestelde parameters worden alle pompen in de installatie bestuurd. De hoofdpomp
is in de installatie redundant. Als de huidige hoofdpomp uitvalt, wordt de hoofdfunctie
overgedragen aan een andere pomp.
Er kunnen maximaal zes schakelniveaus worden gedefinieerd. Voor elk schakelniveau wordt
het aantal pompen en de gewenste bedrijfsfrequentie ingesteld.
Met de PID-regeling kan de gewenste waarde worden gerelateerd aan een constante door-
stroming, vulpeil, of druk in de installatie. De geregelde uitgangsfrequentie is voor alle aan-
gesloten pompen gelijk. Op basis van de afwijking van de gewenste waarde en de uitgangs-
frequentie wordt een pomp na een tijdsvertraging in- of uitgeschakeld.
PID
LET OP! Voor de PID-regeling moet er altijd een niveausensor in de installatie aanwezig
zijn. Voor een opgave van de gewenste waarde voor druk- of doorstroomregistratie,
dient u ook een bijbehorende sensor ter beschikking te stellen!
De PID-regelaar bestaat uit drie delen:
•
Proportioneel
•
Integraal
•
Differentieel.
"FMIN/FMAX" heeft betrekking op de specificatie Min/Max Frequency in de installatiegren-
zen.
Regelvoorwaarden
Als beide voorwaarden voor een bepaalde duur gelden, wordt een pomp ingeschakeld:
FMIN
•
Afwijking van de gewenste waarde ligt buiten de gedefinieerde grens.
FMAX
•
Uitgangsfrequentie bereikt de maximale frequentie.
Als beide voorwaarden voor een bepaalde duur gelden, wordt een pomp uitgeschakeld:
•
Afwijking van de gewenste waarde ligt buiten de gedefinieerde grens.
•
Uitgangsfrequentie bereikt de minimale frequentie.
Installatie
Aantal pompen
Pomp-
selectie
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo DDI-I • Ed.03/2023-06
Werkelijke waarde
Druk, vulpeil, doorstroming
Uitgangs-
frequentie