nl
6.5.5.5 LSI Mode System Settings
6.5.5.6 Limits Temperature Sensors
46
–
Fix frequency
De pomp draait op een vaste frequentie.
•
Fix Frequency Value
Als in de instelling "Control Source" de waarde "Fix frequency" geselecteerd wordt, voer
dan hier de betreffende frequentie in.
Fabrieksinstelling: 0 Hz
invoer: 25 Hz tot max. Frequentie (f
Samenvatting van maximaal vier pompen in een installatie.
•
Enable
Pomp in installatie activeren.
Fabrieksinstelling: uit
•
Master IP
Vast IP-adres waarmee de installatie inclusief de startpagina van het systeem kan worden
bereikt. Het IP-adres moet door de gebruiker ingevoerd worden! De aansluiting van de
pompen op de installatie wordt via dit statische IP-adres gedefinieerd. Master IP voor alle
pompen in een installatie invoeren. De hoofdfunctie wordt automatisch toegewezen aan
een pomp in de installatie (redundante hoofdpomp).
LET OP! Alle IP-adressen (reservepomp en hoofdpomp) in hetzelfde subnetwerk in-
stellen!
Overzicht van de mogelijke temperatuursensoren en invoer van de grenswaarden.
Overzicht temperatuursensoren
Nr.
Temp. Ingang 1
Temp. Ingang 2
Temp. Ingang 3
Temp. Ingang 4
Temp. Ingang 5
Invoer van de grenswaarden
•
Temp. Input 1 - Warning
Grenswaarde voor een waarschuwing in °C.
Fabrieksinstelling: instelling af fabriek
invoer: 0 °C tot opgave af fabriek
•
Temp. Input 1 - Trip
Grenswaarde voor de uitschakeling van de pomp in °C.
Fabrieksinstelling: instelling af fabriek
invoer: 0 °C tot opgave af fabriek. De waarde moet 2 °C hoger zijn dan de grenswaarde
voor de waarschuwing.
Legenda
"1" staat als plaatshouder voor de ingangnummers 1 tot 5.
) volgens typeplaatje
op
Beschrijving
Wikkelingstemperatuur 1
Wikkelingstemperatuur 2
Wikkelingstemperatuur 3
Motorlagertemperatuur bo-
ven
Motorlagertemperatuur on-
der
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo DDI-I • Ed.03/2023-06
Display
Winding Top/Bot 1
Winding 2
Winding 3
Bearing Top 4
Bearing Bot 5