Inhoudsopgave
Advertenties
6.5.5.2 Proxy Settings
6.5.5.3 System Mode Selection
6.5.5.4 LPI Control Settings
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo DDI-I • Ed.03/2023-06
Als deze functie of het DHCP-protocol uitgeschakeld wordt, het IP-adres/domein van de
DNS-server handmatig invoeren.
•
Custom NTP Server
Adres van de NTP-server voor de tijdsynchronisatie.
Fabrieksinstelling: pool.ntp.org
•
Transferred Bytes/Received Bytes
Weergave van de overgebrachte en ontvangen datapakketten.
Basisinstellingen voor netwerktoegang via een proxyserver.
•
Enable Proxy
Fabrieksinstelling: Uit
•
Server URL
Domein of IP-adres van de proxyserver.
•
Port
Netwerkpoort gebruikt voor communicatie met de server.
•
Username
Inlognaam
•
Password
Inlogwachtwoord
De besturing bestaat uit drie verschillende systeemmodi: "DDI", "LPI" en "LSI". De vrijgave van
de mogelijke systeemmodi gebeurt via licentiesleutels. De systeemmodi zijn neerwaarts
compatibel.
•
System Mode Selection
Fabrieksinstelling: licentie-afhankelijke
invoer: DDI, LPI, LSI
Beschrijving van de afzonderlijke systeemmodi:
•
Systeemmodus DDI
Systeemmodus zonder enige besturingsfunctie. Alleen de waarden van de temperatuur-
en vibratiesensoren worden geregistreerd, geëvalueerd en opgeslagen. De besturing van
de pomp en van de frequentie-omvormer (indien aanwezig) gebeurt via de bovengeschik-
te besturing van de exploitant.
•
Systeemmodus LPI
Systeemmodus met besturingsfunctie voor frequentie-omvormer en verstoppingsdetec-
tie. De combinatie pomp/frequentie-omvormer werkt als eenheid, de besturing van de
frequentie-omvormer gebeurt door de pomp. Hierdoor kan een verstopping worden ge-
detecteerd en kan, indien nodig, een reinigingsproces worden gestart. De niveau-afhan-
kelijke besturing van de pomp geschiedt via de bovengeschikte besturing van de exploi-
tant.
•
Systeemmodus LSI
Systeemmodus voor volledige besturing van het pompstation met maximaal vier pompen.
Hierbij werkt één pomp als master, alle andere pompen als slave. De hoofdpomp stuurt al-
le andere pompen afhankelijk van de systeemafhankelijke parameters aan.
Basisinstellingen voor systeemmodus "LPI".
•
Control Source
Gewenste waarde uit de bovengeschikte besturing.
Fabrieksinstelling: Analog
Invoer: Analog, Bus, Fix frequency
–
Analog
De waarden van de bovengeschikte besturing worden analoog aan de frequentieom-
vormer of een I/O-module overgedragen. LET OP! Een analoge ingang moet met de
waarde van de "gewenste waarde" geconfigureerd worden!
–
Bus
De waarden van de bovengeschikte besturing worden via het Ethernet-netwerk aan de
pomp overgedragen. Als communicatieprotocol wordt ModBus TCP of OPC UA toege-
past.
nl
45
Advertenties
Inhoudsopgave
