3. WERKEN MET DE MACHINE
DRAAIEN
Hierbij wordt maar een van de twee rupsbanden
gebruikt om de machine te draaien. Bedien een van
de twee rijhendels.
OP DE PLEK DRAAIEN
Hierbij worden de linker en de rechter rupsband in
tegengestelde richting bewogen, zodat de machine
op de plek draait. Gebruik een van de twee rijhendels
om vooruit te rijden en de andere om achteruit te
rijden.
3.8.2
SCHAKELEN VAN LAGE (1E) NAAR HOGE (2E) VERSNELLING
1.
Neem de rijpositie aan terwijl de motor loopt en
druk op de keuzetoets rijsnelheid. Het weergave-
lampje (1) brandt.
2.
Gebruik de rijhendels om met de machine te rij-
den.
3.
Druk nogmaals op de keuzetoets rijsnelheid na-
dat de machine is gestopt. Het weergavelampje
(1) brandt niet.
4.
Doe hetzelfde als bij stap 2. Controleer of de rij-
snelheid is teruggeschakeld van hoog naar laag.
Copyright©2018 Kobelco Construction Machinery Co.,Ltd. All rights reserved. [S2PS00031NL10] [0515CsCshWbYs]
VOORUIT
ACHTERUIT
3-22
VOORUIT
1