H
max
min
Gewenste waarde instellen
Voor de regelingsmodi kunnen overeenkomstige gewenste waarden worden ingesteld.
Gewenste waarde instellen en
Regulation mode
Setpoint T-const
Setpoint Δp-c
Setpoint n-const
Indrukken (2 seconden): de weergave geeft het overeenkomstige startscherm met de ingestelde gewenste
waarde weer.
Setpoint Qmin
Voor de regelingsmodus T-const kan ook een minimale doorstroming worden ingesteld.
De pomp regelt het toerental zodanig dat de ingestelde minimale doorstroming tot aan de maximale opvoer-
hoogte in stand blijft. Dit voorkomt stagnatie en vorming van legionella in de leiding.
De onderstaande tabel toont de aanbevolen minimale doorstroming afhankelijk van de buisdiameter per ver-
warmingskringloop om een stroomsnelheid van 0,2 m/s per streng te waarborgen:
Voor de instelling van de minimale doorstroming op de pomp moet het aantal stijgende verwarmingskringlo-
pen met de 'minimale doorstroming per verwarmingskringloop' worden vermenigvuldigd. Factory setting:
Qmin = 0,0 m³/h
Thermal disinfection
Bij een thermische desinfectie verwarmt de warmte-opwekker zichzelf en de opslagfaciliteit voor proper water
periodiek op. De pomp herkent dit na 24 ononderbroken bedrijfsuren automatisch aan een temperatuurverho-
gingen van ten minste 5 °C ten opzichte van de ingestelde maximumtemperatuur.
Tijdens de thermische desinfectie draait de pomp met een iets hoger toerental.
De maximale looptijd van de thermische desinfectie bedraagt 4 uur, daarna volgt een blokkeertijd van 3 uur
waarbij opnieuw starten niet mogelijk is.
De thermische desinfectie kan worden geactiveerd (ON) of gedeactiveerd (OFF).
Factory setting: Thermal disinfection OFF
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Stratos PICO-Z
Inbedrijfname
III
II
I
Q
bevestigen.
Possible settings
Temperatuur: T gewenst = 50 ... 70 °C (fabrieksinstelling: 55 °C)
Opvoerhoogte: H gewenst = 0,5...4, 6, 8 m (afhankelijk van type)
Toerental: trap I, trap II, trap III
Buisdiameter binnen [mm]
Minimale doorstroming per verwar-
mingskringloop [m³/h]
De pomp draait ongeregeld in drie ingestelde constante toeren-
talniveaus.
Aanbeveling voor installaties met onveranderlijke installatieweer-
stand die een constant debiet vragen of bij installaties met
stranginregelventielen.
14
0,11
16
20
26
33
0,14
0,23
0,38
0,62
nl
40
0,90
17