Onderhoud, opslag en transport
10. Onderhoud, opslag en transport
10.1 Reiniging
∙
Vuil met een zachte, vochtige doek afnemen.
∙
Uitgangsopeningen van de laser regelmatig controleren en zo
nodig grondig schoonmaken. Glas niet met de vingers aanraken.
∙
Geen agressieve schoonmaak- of oplosmiddelen gebruiken.
∙
Het apparaat niet in water onderdompelen!
∙
Vervuilde en natte apparaten, accessoires en transportverpakkin-
gen vóór het opbergen schoonmaken en drogen. Apparatuur pas
weer inpakken als zij volledig droog is.
∙
Contacten schoonhouden en beschermen tegen vocht.
10.2 Opslaan
10.2.1 Algemeen
∙
Opslag van de apparatuur uitsluitend binnen de toegestane tem-
peratuurgrenswaarden (zie hoofdstuk 4 / Technische gegevens).
∙
Na opslag voor langere tijd vóór het gebruik de nauwkeurigheid
van het meetapparaat controleren.
10.3 Transport
10.3.1 Algemeen
∙
Door heftig schudden of een val kan het apparaat
worden beschadigd.
∙
Product nooit los transporteren. Altijd de originele verpakking
of een gelijkwaardige transportverpakking gebruiken.
∙
Vóór het transport meetapparaat uitschakelen. Bij uitschakeling
wordt de pendeleenheid vergrendeld en tegen beschadiging
beschermd.
∙
Het apparaat vóór gebruik controleren op eventuele
beschadigingen.
∙
Nauwkeurigheid van de nivellering regelmatig controleren
(zie hoofdstuk 9 / Controle van de nauwkeurigheid van
de nivellering).
NL
20