Controle van de nauwkeurigheid
9. Controle van de nauwkeurigheid
Controleer de nauwkeurigheid van de CROSSLINE GREEN NX vóór
iedere meting. Laat het apparaat vóór de controle acclimatiseren in
de omgevingsomstandigheden.
9.1 Controle van de nauwkeurigheid van de verticale lijn
∙
Hang op een ten minste 3 m hoge
muur, bij voorkeur in de onmiddellijke
nabijheid, een paslood op.
∙
Plaats de CROSSLINE GREEN NX
op een statief met een hoogte
ca. 3 m
van ca. 1,2 m.
∙
Stel het apparaat ca. 3 m voor
het paslood op.
∙
Schakel de CROSSLINE GREEN NX in en projecteer de verticale
laserlijn op het paslood.
Als de afwijking groter is dan 4 mm, moet het apparaat opnieuw
worden afgesteld. Neem hiervoor contact op met uw dealer.
9.2 Controle van de nauwkeurigheid van de nivellering
van de horizontale lijn
1
(A en B) die ca. 10 m van elkaar zijn
A
B
verwijderd.
A
B
∙
Plaats de CROSSLINE GREEN NX op
een statief en positioneer dit op een
1
2
180°
afstand van ca. 20 cm van muur A.
ca.
1
2
20 cm
180°
ca.
∙
Markeer het snijpunt
20 cm
en horizontale laserlijnen op muur A.
ca. 10 m
ca. 10 m
2
A
B
180° en markeer punt
A
B
Plaats de laser op dezelfde hoogte op
4
3
ongeveer 20 cm afstand van muur B en
4
3
1
2
markeer het punt
180°
ca.
1
2
20 cm
180°
ca.
20 cm
ca. 10 m
ca. 10 m
A
B
A
B
4
3
4
3
Kies twee horizontale, rechte muren
van de verticale
Draai de CROSSLINE GREEN NX
op muur B.
op muur B.
NL
18