Functies voor ketelsturing
Naverwarmingsfunctie
De functies voor de ketelsturingen
worden uitgevoerd via het potenti-
aalvrije relaiscontact REL, dat in
overeenstemming met de respectie-
ve interface van de verwarmingske-
tel aangesloten wordt.
Symbolen voor naverwarmingsfunctie
De naverwarmingsfunctie van de
regelaar werd in menu 1.3.10 niet
geactiveerd en wordt in principe
niet uitgevoerd.
Naverwarmingsfunctie
De temperatuursensor bovenaan in
de boiler levert de waarden voor de
naverwarming. Bij installaties die op
stookolie of gas werken, verloopt de
naverwarming via de verwar-
mingsketel. Bij ketels die op vaste
brandstoffen werken, wordt de na-
verwarming gerealiseerd door de in
de verwarmingsketel aanwezige
warmte.
Antilegionellafunctie
De antilegionellafunctie controleert of
binnen het ingestelde interval de mini-
male opwarming ter vermindering van
het aantal legionellabacteriën in de boi-
ler heeft plaatsgevonden door een ver-
warmingsactiviteit of door zonnewarm-
te.
Aan de individuele functies worden
de volgende prioriteiten toegewezen:
A Antilegionella prioriteit 1
B Naverwarmingsonderdrukking
prioriteit 2
C Naverwarming prioriteit 3
De naverwarmingsfunctie van de
regelaar werd in menu 1.3.10 ge-
activeerd, maar wordt momenteel
niet uitgevoerd.
Daartoe moet de temperatuur in de
ketel binnen de vooraf ingestelde
grenswaarden liggen. Om de ketel-
temperatuur te bepalen, moet een
bijkomende sensor geïnstalleerd
worden. De sturing op basis van de
temperatuur is aan zes tijdsblokken
gekoppeld.
Indien de boiler via deze methode
onvoldoende opgewarmd is, start
de regelaar een naverwarmingspro-
cedure die speciaal bedoeld is ter
vermindering van het aantal legio-
nellabacteriën.
De installateur moet de parameters
volgens de algemene richtlijnen en
lokale instructies vastleggen. Het
tijdstip voor de ontsmettingsproce-
dure kan vrij bepaald worden.
163
verwarmingsketel
De naverwarmingsfunctie van de
regelaar werd in menu 1.3.10 ge-
activeerd en wordt momenteel
uitgevoerd.
De naverwarming wordt geactive-
erd zodra in het respectievelijk ac-
tieve tijdsblok de ingestelde tempe-
ratuur met de hysteresewaarde ver-
mindert. Zodra de ingestelde waar-
de overschreden wordt, wordt de
naverwarming stopgezet.
nl