Parametrering
Parametermenu Bewaking
1 Parametrering
1.6 Bewaking
1.1.5 Lijst meldingen
emp
1.6.2 Versch.t
dT col/bo
t-max coll/bo
Bewaking van
Collectornoodstop
1.6.4
T-grens coll1
Hyst
Max T-grens
Max T-grens HE
Sensorafstelling
1.6.5
TS1 Offset
TS2 Offset
TS3 Offset
TS4 Offset
De meldingslijst geeft een overzicht van alle storingsmeldingen.
Met ›dT-Monit...‹ worden de criteria voor de foutopsporing vastgelegd.
Met ›dT Col/Bo‹ wordt een temperatuurverschil tussen collector en boiler
30,0K
gedefinieerd, met ›T-max Col/Bo‹ de periode waarin dat verschil zich
10min
voordoet. Bij overschrijding van ›dT Col/Bo‹ binnen ›T-max Col/Bo‹ de-
- - -
tecteert de regelaar een fout. Met ›Monitoring van‹ kan de monitoring van
de voorloop- en teruglooptemperatuur van een warmteverbruikmeter ge-
selecteerd worden.
Met ›T-grens Col1‹ of ›T-grens Col2‹ worden de respectieve zonnecircuit-
pompen uitgeschakeld om een storing te vermijden.
120°C
Bij zonnecircuits met hoogrendementspompen wordt de nooduitschake-
5,0K
ling van de collector tot 100 °C verminderd, om de pomp te beschermen.
130°C
Bij ›Hyst‹ wordt de waarde ingevoerd waarmee de grenstemperatuur on-
120°C
derschreden moet worden om de geforceerde uitschakeling op te heffen.
Grote leidinglengtes en andere factoren kunnen de meetwaarden verval-
sen. Hier kan voor iedere sensor een correctiewaarde ingevoerd worden.
0,0°C
0,0°C
0,0°C
0,0°C
161
nl