Parametrering
Parametermenu Basisfuncties
Parametermenu Efficiëntiefuncties
1 Parametrering
1.3.8 Terugloopverhoging
Activering
T-aan
T-uit
T-min
Naverwarm.aanvr.
1.3.10
Hysterese
Tijdblok 1
Tijdblok 2
Tijdblok 3
1.4 Efficiëntiefuncties
1.4.1 Low-Flow
Activering
T-aan
1.4.2 Snellading
Activering
Sensoren
T-aan
T-uit
T-streef coll.
1.4.3 NLU
NLU bij zonne-opbr. p
Activ. tijdpr
Start
Einde
Activ. T-min
T-min bo
Activ. T-min zweef
Nadruk
Gebalanceerd
T-streef
T-zweef
bovenste bo-sensor
T-min Sp
1.4.4 Eff-boi-lading
Activering
t-wacht
Vermogen delta T
Hier worden de parameters voor de terugloopstart gedefinieerd.
þ
8,0K
4,0K
15,0°C
De besturing van de naverwarming reageert op de waarden van de
bovenste boilersensor. Bij onderschrijding van ›T-opwarming‹ na aftrek
10,0K
van de hysterese activeert de besturing de naverwarming via de verwar-
u
mingsketel. Zodra de ingestelde waarde bereikt is, wordt de naverwar-
u
ming stopgezet.
u
Hier kan voor installaties met laag debiet de inschakeltemperatuur vastgelegd
worden.
þ
60,0°C
De snelle boileropwarming schakelt van dT-regeling naar vaste tempera-
tuur-regeling. ›T-aan‹ en ›T-uit‹ leggen het schakelbereik vast, ›T-richt
þ
Coll‹ bepaalt de vaste temperatuur bij de collector. Voor de snelle opwar-
---
ming is een bovenste boilersensor vereist.
48,0°C
52,0°C
70,0°C
Deze optie moet geactiveerd worden wanneer de naverwarming van de
boiler in functie van tijd of temperatuur uitgeschakeld moet worden. De
sturing in functie van tijd en/of de sturing in functie van temperatuur wor-
p
den hier geactiveerd; dit is mogelijk in alle scenario's met sturing via ver-
08:00
warmingsketel. De tijd- en temperatuursturing kunnen gecombineerd wor-
22:00
den. Selecteer het tijdsbestek met ›Start‹ en ›Einde‹. Selecteer de mini-
p
mumtemperatuur met ›T-min Bo‹. De efficiënt geoptimaliseerde naver-
45,0°C
p
warmingsonderdrukking (NLU) wordt hier geactiveerd; dit is mogelijk in
alle scenario's met sturing via verwarmingsketel. ›Accentuering‹ wordt
45,0°C
ingesteld op ›Comfort hoog‹, ›Comfort matig‹, ›Uitgebalanceerd‹,
›Zonneaandeel matig‹ of ›Zonneaandeel hoog‹ en bepaalt de verhouding
45,0°C
tussen de naverwarming en het zonnerendement.
De ›Efficiënte boilerverwarming‹ wordt hier geactiveerd en geconfigure-
erd. De zonnecircuitpomp wordt afgesteld in functie van de geregistreer-
p
de warmtehoeveelheid. Om deze functionaliteit te kunnen gebruiken, mo-
4,5min
et dan ook een warmteverbruikmeter in het zonnecircuit geconfigureerd
100W
worden. Met de parameter ›T-wacht‹ wordt de tijd tussen twee toerental-
wijzigingen vastgelegd. Het toerental van de zonnepomp wordt na het
verstrijken van de wachttijd met 10 % verhoogd of verlaagd. Met
›Vermogensdelta‹ wordt ingesteld welk extra vermogen tijdens de wacht-
tijd nodig is om het toerental van de pomp dienovereenkomstig te wijzi-
gen.
159
nl