Parametrering
Parametermenu Basisfuncties
1 Parametrering
1.3 Basisfuncties
1.3.1 Thermostaat
Thermostaat RO2
Thermostaat REL
1.3.7 Uitgangsparameter
Solarkreisp 1
Sp-Umschaltv 1
Heizkessel
t-Losreiß
n-Losreiß
Drehzahldelta
1.3.2 Buiscollector
Activering
Start
1.3.3 Vakantiefunctie
Boilerkoeling
Begin
Einde
1.3.4 Collectorkoeling
Activering
T-max coll1
Inbedrijfname
1.3.5 Delta-T-regeling
Activering dT 1
dT 1
dT-aan 1
dT-uit 1
Vast-T-regeling
1.3.6
T-vast 1
T-vast 2
De niet-gebruikte uitgangen van de regelaar kunnen als thermostaat voor
verschillende toepassingen gebruikt worden. Activering uitvoeren. Het
u
startsignaal vastleggen. In functie van de selectie van ›Start‹ worden de
u
volgende parameters weergegeven. De uitgang werd al door de oproep
vastgelegd; de bijbehorende sensor moet nog vastgelegd worden. In- en
uitschakeltemperatuur definiëren. Bij de functie Verwarmen moet T-aan
< T-uit. Bij de functie Koelen moet T-aan > T-uit. Iedere thermostaatfunc-
tie kan aan maximaal vier periodes toegewezen worden.
Hier worden algemene instellingen voor de ingenomen uitgangen vastge-
legd. Bij zonnecircuitpomp 1/2 kan het type regeling en het toerentalbe-
u
reik gedefinieerd worden. Voor kleppen kan de schakelfunctie omgekeerd
u
worden.
u
Met ›T-start‹ en ›n-start‹ wordt vastgelegd hoelang en hoe snel de pom-
10s
pen bij start moeten draaien.
100%
10%
Deze optie kan geactiveerd zijn bij gebruik van vacuümbuiscollectoren.
De functie is niet nodig bij gebruik van ELCO AURON buiscollectoren!
p
tijdelijk
Hier voert u de periode van uw volgende vakantie in. Vakantie betekent
dat de verwarmings-/warmwaterinstallatie 's zomers niet gebruikt wordt.
þ
De regelaar zal de regeling voor deze periode dan zo aanpassen dat
00:00
oververhitting van de installatie vermeden wordt.
07:00
Selecteer eerst het menupunt ›Aanvang‹ en dan ›Einde‹ met ›OK‹.
q
Hier wordt de koeling van de collector geactiveerd: zodra de collectortem-
peratuur ›T-max Col1‹ of ›T-max Col2‹ bereikt is, draait de bijbehorende
þ
zonnecircuitpomp tot de grenstemperatuur van de boiler bereikt is.
114,0°
Bij zonnecircuits met hoogrendementspompen wordt de nooduitschake-
ling van de collector tot 100 °C verminderd, om de pomp te beschermen.
Bij hogere temperaturen is koeling van de collector niet mogelijk!
De inbedrijfstellingsassistent kan hier opnieuw gestart worden.
Hier kunnen de parameters voor de delta T-regeling van de LOGON SOL
2 gewijzigd worden. De fabrieksinstellingen kunnen voor quasi alle in-
þ
stallaties gebruikt worden.
2,0K
8,0K
4,0K
q
Hier worden de temperatuurwaarden voor de collectorvelden ingevoerd,
die via regeling van de respectieve pompprestaties gerealiseerd moeten
70,0°C
worden.
70,0°C
158
nl