Identificatie van de onderdelen
Opstellen
Controleer of het spuitapparaat is uitgeschakeld
en losgekoppeld van de stroombron. Zie de
instructiehandleiding van uw spuitapparaat
voor het ingebruiknemen en afstellen ervan.
Het pistool aansluiten
op de hevelfles
1. Sluit de luchtslang van
het spuittoestel aan op de
inlaatfitting van het pistool.
2. Vul de beker voor driekwart. Zet
de beker vast op de hevelbeker.
Bediening
Het spuitpatroon afstellen
1. Zet de luchtkap in de stand voor het gewenste
spuitpatroon.
6
2. Controleer dat de veiligheidspal van de trekker in de
Spuithoeveelheid en patroon afstellen (257086)
De spuithoeveelheid en het spuitpatroon zijn afstelbaar
met de regelknop. Zet de knop op 0. Vergroot
de materiaalstroom totdat het gewenste patroon
ti12797a
wordt bereikt.
ti13832a
ti12872a
Spuiten
1. Houd het pistool loodrecht op het oppervlak
2. Zorg altijd dat het spuitpistool in beweging is
6 tot 8 in. (150 tot 200 mm
6 to 8 in. (150 to 200 mm)
ti12763a
stand voor het spuiten staat (E), en niet in de stand
voor het verwijderen van de naald (D).
D
E
op een afstand van 150 tot 200 mm.
voordat u de trekker intrekt. Beweeg het spuitpistool
over het werk in rechte, gelijkmatige streken. Laat
de trekker los aan het eind van de streek.
GOED
ti12795a
ti12823a
VERKEERD
ti12793a
313322E