25.3 Overzicht van de instellingen van de afzuigkapbediening
In de basisinstellingen van uw kookplaat kunt u het gedrag van uw afzuigkap afhankelijk van het inschakelen en uit-
schakelen van de kookplaat of afzonderlijke kookzones instellen.
1
Instelling
Keuze
Verbinding kookplaat - afzuigkap
– niet verbonden / verbinding verbreken
– Verbinding maken starten
– verbonden met het WLAN-thuisnetwerk (WiFi)
– verbonden met afzuigkap
Automatisch starten van de ventilator
– Uitgeschakeld De afzuigkap moet zo nodig
handmatig worden ingeschakeld.
– Ingeschakeld met automatische modus
afzuigkap wordt bij inschakelen van een kookzone
ingeschakeld in de automatische modus.
– Ingeschakeld met handmatige modus. De af-
zuigkap wordt bij inschakelen van een kookzone
op de laagste stand ingeschakeld.
– Ingeschakeld met handmatige modus. De af-
zuigkap wordt bij inschakelen van een kookzone
op de middenstand ingeschakeld.
– Ingeschakeld met handmatige modus. De af-
zuigkap wordt bij inschakelen van een kookzone
op de hoogste stand ingeschakeld.
Naventilatie
– De ventilator wordt samen met de kookplaat
uitgeschakeld.
– Ingeschakeld met automatische modus
– Ingeschakeld met standaard naventilatie
– Geen wijziging van de instellingen
Automatisch inschakelen van de verlichting
– Uitgeschakeld
– Ingeschakeld
De verlichting wordt bij inschakelen van de kook-
plaat ingeschakeld.
Automatisch uitschakelen van de verlichting
– Uitgeschakeld
– De verlichting wordt bij uitschakelen van de
kookplaat uitgeschakeld.
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
2
Fabrieksinstelling (kan afhankelijk van het apparaattype afwijken)
26 Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat zorgvuldig om er
voor te zorgen dat het lang goed blijft werken.
26.1 Reinigingsmiddelen
Geschikte reinigingsmiddelen en schraper voor vitroke-
ramische kookplaat zijn verkrijgbaar bij de service-
dienst, in de vakhandel of in de webshop www.gagge-
nau.com.
LET OP!
Ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen de oppervlak-
ken van het apparaat beschadigen.
Nooit ongeschikte reinigingsmiddelen gebruiken.
▶
Geen schoonmaakmiddelen gebruiken zolang de
▶
kookplaat nog heet is. Dat kan tot verkleuring van
het oppervlak leiden.
2
2
2
2
Beschrijving
-
Het display toont de instelling alleen als het appa-
raat is verbonden met de afzuigkap.
. De
Instelling of, en hoelang de ventilator na uitschake-
len van de kookplaat blijft draaien.
Het display toont de instelling alleen als het appa-
raat is verbonden met de afzuigkap.
Het display toont de instelling alleen als het appa-
raat is verbonden met de afzuigkap.
Het display toont de instelling alleen als het appa-
raat is verbonden met de afzuigkap.
Ongeschikte reinigingsmiddelen
¡ Onverdund afwasmiddel
¡ reinigingsmiddelen voor de vaatwasmachine
¡ Schuurmiddelen
¡ Agressieve reinigingsmiddelen, bijv. ovensprays of
vlekverwijderaars
¡ Krassende sponzen
¡ Hogedrukreinigers of stoomapparaten
26.2 Kookplaat reinigen
Reinig de kookplaat na elk gebruik, zodat kookresten
niet inbranden.
Vereiste: De kookplaat moet koud zijn. Laat bij suiker-
vlekken, rijstzetmeel, kunststof- of aluminiumfolie de
kookplaat niet afkoelen.
Reiniging en onderhoud nl
25