Voor de start
•
Lees de veiligheidsinstructies en de informatie over de
plaats van de hendels en functies door voordat u start.
•
Voer dagelijks onderhoud uit voor de start volgens het
Onderhoudsschema.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de
bestuurderszitting mag niet geblokkeerd zijn door bijv.
kledingstukken, bladeren, gras of viezigheid. Dat
verslechtert de koeling van de motor.
Risico van ernstige motorbeschadigingen.
Starten van de motor
1 Zorg ervoor dat de ontkoppelingshendel ingedrukt is.
Rider 15V2 AWD heeft een hendel voor de vooras en één
voor de achteras.
2 Breng de maaikast omhoog door de hendel naar achter te
trekken naar de blokkeerstand (transportstand) en zet de
handrem aan.
Rider 15V2 AWD. De motor kan niet opnieuw worden
gestart, als de parkeerrem niet wordt ingedrukt.
3 Breng de gasbediening naar de middelste stand.
16 –
Dutch
Rijden
4 Als de motor koud is, moet de chokebediening achteruit
naar zijn eindstand worden gebracht.
5 Draai de contactsleutel naar de startstand.
6 Als de motor start, laat dan de contactsleutel meteen
terug springen naar de neutrale stand.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Laat de startmotor niet langer dan ca. 5 seconden achter
elkaar draaien. Als de motor niet start wacht dan ca. 15
seconden voordat de volgende startpoging wordt gedaan.
7 Schuif de chokebediening geleidelijk naar voren als de
motor is gestart.
8 Laat de motor 3-5 min op laag toerental "halfgas" lopen
voordat hij zwaar belast wordt.