Documenten afdrukken (Macintosh)
kunt controleren. Sommige toepassingen beschikken niet over een afdrukvoorbeeldfunctie.
7.
Start het afdrukken.
Klik op Afdrukken (Print) om het afdrukken te starten.
Opmerking
Klik op het printerpictogram in het Dock om een lijst met actieve afdruktaken weer te geven.
Als u een actieve afdruktaak wilt annuleren, selecteert u de betreffende opdracht in de lijst
Naam (Name) en klikt u op Verwijderen (Delete).
Als u een actieve taak tijdelijk wilt stoppen, klikt u op Stel uit (Hold). Klik op Afdrukken
onderbreken (Pause Printer) als u alle taken in de lijst tijdelijk wilt stoppen.
Als evenwijdige lijnen niet correct worden afgedrukt of als u niet tevreden bent over de
afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen.
De printkop uitlijnen
Zie
Voor Mac OS X v.10.4.x of Mac OS X v.10.3.9
Opmerking
De schermen in dit gedeelte hebben betrekking op het afdrukken in Mac OS X v.10.4.x.
1.
Controleer of de printer aan staat.
Zie
Vooraanzicht
.
2.
Plaats papier.
Zie
Papier plaatsen in de achterste lade
In dit voorbeeld plaatsen we gewoon A4-papier in de achterste lade.
Opmerking
Zie
Papier plaatsen in de voorste lade
voorste lade.
3.
Open de voorste lade voorzichtig en trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit.
Druk voorzichtig midden bovenop de voorste lade om deze te openen.
4.
Maak (of open) een document met behulp van een geschikte toepassing.
5.
Geef het paginaformaat op.
Selecteer Pagina-instelling (Page Setup) in het menu Bestand (File) van uw
(1)
toepassing.
Het dialoogvenster Pagina-instelling (Page Setup) wordt weergegeven.
Controleer of de naam van uw printer is geselecteerd bij Stel in voor (Format
(2)
for).
Selecteer het paginaformaat van het geplaatste papier bij Papierformaat (Paper
(3)
Size).
Hier selecteert u A4.
Klik op OK.
(4)
.
.
voor meer informatie over het plaatsen van papier in de
Page 25 of 560 pages