Instellingen op de client-pc
Printer toevoegen (Add a printer).
In Windows 2000 selecteert u Start -> Instellingen (Settings) -> Printers -> Een printer toevoegen
(Add a printer).
Klik in het venster De wizard Printer toevoegen (Welcome to the Add Printer Wizard) op Volgende
(Next).
3.
Voeg een printer toe
Selecteer Netwerkprinter, of een printer die met een andere computer is verbonden (A network
printer, or a printer attached to another computer) (Windows XP) of Netwerkprinter (Network printer)
(Windows 2000) en klik op Volgende (Next).
Klik in het venster Geef een printer op (Specify a Printer) (Windows XP) of het venster De printer
zoeken (Locate Your Printer) (Windows 2000) op Volgende (Next) en zoek naar het
afdrukserversysteem.
Klik op het pictogram van de printer die u op het afdrukserversysteem als gedeelde printer hebt
ingesteld en klik op Volgende (Next).
Opmerking
Als het pictogram van de printer niet wordt weergegeven, controleert u of de printer is
aangesloten op de afdrukserver.
4.
Voltooi de instellingen
Voer de bewerking uit die wordt beschreven op het scherm en klik op Voltooien (Finish).
Het pictogram voor de gedeelde printer wordt gemaakt in het venster Printers en faxapparaten
(Printers and Faxes) (Windows XP) of het venster Printers (Windows 2000).
Hiermee hebt u de clientsystemen ingesteld. U kunt de printer nu in het netwerk delen.
Page 484 of 560 pages
Naar boven