6
Druk net zo vaak op
vervolgens op
.
7
Druk herhaaldelijk op
vervolgens op
.
8
Druk op
om terug te keren naar de stand Ready (Gereed).
Faxinstellingen aanpassen
Een fax lichter of donkerder maken
Als het originele document heel licht of heel donker is, krijgt u wellicht betere resultaten als u het contrast wijzigt.
1
Zorg dat de printer aan staat en met een goed werkende telefoonlijn is verbonden.
2
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische
documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal
(zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
3
Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
4
Druk op het bedieningspaneel op
5
Druk op
.
6
Druk net zo vaak op
op
.
7
Druk net zo vaak op
op
.
8
Druk net zo vaak op
9
Druk op
of
om het contrast aan te passen en druk vervolgens op
10
Druk op
om terug te keren naar de stand Ready (Gereed) en te faxen zoals gebruikelijk.
De faxresolutie wijzigen
Door het aanpassen van de instelling voor de resolutie wordt de kwaliteit van de fax gewijzigd. Kies tussen Standard
(Standaard) (hoogste snelheid), Photo (Foto) (laagste snelheid, beste beeldkwaliteit) of Fine (Fijn) (lagere snelheid,
meer details). U wijzigt de standaardinstelling voor de resolutie als volgt:
1
Zorg dat de printer aan staat en met een goed werkende telefoonlijn is verbonden.
2
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische
documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal
(zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
3
Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
4
Druk op het bedieningspaneel op
5
Druk op
.
of
tot PBX Access Digit (PBX-toegangsnummer) wordt weergegeven en druk
of
tot het gewenste PBX-toegangsnummer (1-999) wordt weergegeven en druk
.
of
tot Fax Settings (Faxinstellingen) wordt weergegeven en druk vervolgens
of
tot TX Settings (Verzendinstellingen) wordt weergegeven en druk vervolgens
of
tot Density (Dichtheid) wordt weergegeven en druk vervolgens op
.
.
71
.