4
Beheerfuncties
De uitlaat van de scooter wordt na gebruik zeer heet
door de hitte van het uitlaatgas. Om brand of
brandwonden te voorkomen:
• Parkeer de scooter zodanig dat voetgangers en
kinderen er niet bij kunnen.
• Parkeer de scooter niet in de buurt van
brandbare materialen.
• Zorg dat de uitlaat is afgekoeld voordat u enig
onderhoud pleegt.
• Schakel de hoofdschakelaar nooit uit terwijl u
rijdt. Anders kan er een grote hoeveelheid nog
niet
opgebrand
Uitlaatdemper en daar ontbranden, waardoor de
Katalysator beschadigt en verbrandt.
• Gebruik alleen ongelode benzine; gelode
benzine kan ervoor zorgen dat de katalysator
voortijdig aftakelt en stukgaat.
Waarschuwing
gas
vrijkomen
Uitlaatbeheersysteem
In overeenstemming met de EPA standaard voor
uitlaatemissies is de scooter uitgerust met de volgende
onderdelen in het uitlaatbeheersysteem:
• Electronic Control Unit (ECU)
• Carterventilatieklep
• Katalysator
• Gasklep
Verscheidene sensoren:
• Temperatuursensor luchtinvoer
• Druksensor luchtinvoer
• Positiesensor gashendel
• O2 Sensor
in
de
• Temperatuursensor
78