4
Beheerfuncties
TPMS, elektronische bandenspanningssensor
Gebruiksinstructies:
TPMS bestaat uit 3 draadloze bandenspanningssensoren (per
eenheid voor het voorwiel en achterwiel, die in het bandventiel zijn
geïnstalleerd). Na detectie van de huidige bandenspanning zal de
sensor deze waarde draadloos doorgeven aan de controller. De
regelaar geeft het signaal vervolgens door aan de meter, waar het
via de meter en de indicator wordt weergegeven om de bestuurder
te informeren over de huidige bandenspanningswaarde.
1. Wanneer de KEYLESS hoofdschakelaar op ON staat, gaat
het indicatielampje aan de linkerkant van het dashboard
branden; als dit symbool vervolgens automatisch dooft, is de
bandenspanning normaal (zoals in de afbeelding).
Indicatielampje voor bandenspanning
Waarschuwing
2. Wanneer de KEYLESS hoofdschakelaar is ingeschakeld,
licht het indicatielampje van de bandenspanningssensor
links op het dashboard op; als dit symbool constant blijft
branden, is de bandenspanning niet normaal (zie
afbeelding). De waardes hieronder zijn abnormaal:
Spanning voorband
≧ 3.2kgf/cm
of < 1.6kgf/cm
2
Spanning achterband
≧ 3.75kgf/cm
of < 1.65kgf/cm
2
De eigenaar moet de bandenspanning verhogen of
verlagen als de meting te laag of te hoog is. Raadpleeg
de dealer voor assistentie als u vragen heeft.
(Standard bandenspanning: Voorband 2 kgf/cm
Achterband 2.7 kgf/cm
3. Verwijder de draadloze bandspanningssensor of regelaar
niet, anders is de TPMS functie onbruikbaar.
4. TPMS hoeft niet opnieuw te worden afgesteld wanneer er
een band of velg wordt vervangen.
5. TPMS moet opnieuw worden afgesteld wanneer een
nieuwe draadloze bandenspanningssensor en regelaar
worden geplaatst; raadpleeg een KYMCO-dealer.
6. Bij
het
vervangen
bandenspanningssensoren voor en achter duidelijk van
elkaar worden onderscheiden.
70
2
2
)
2
van
een
velg
moet
;
2
de