Advies
De brandklep aan montagezijde met brandwerende coating (50 mm) bestreken worden. De aansluittuit van
de brandklep mag niet gecoat worden. Daartoe is het noodzakelijk, de brandklep aan montagezijde met
een verlengstuk te verlengen of het luchtkanaal voor het coaten aan te sluiten.
4.
De omlopende uitsparing tussen brandklep en bouwlichaam afdichten met twee lagen vooraf gecoate panelen
van mineraalwol ≥ 140 kg/m³. De panelen van mineraalwol strak in de opening met brandwerende acryl aan-
brengen en vastkleven. Voegen tussen de panelen van mineraalwol en de dagkant, voegen tussen snijvlakken
van de pasdelen als ook de voegen tussen panelen en brandkleppen, insmeren en afdichten met brandwe-
rende acrylkit.
5.
Op het vooraf gecoate paneel van minerale wol, deukjes, overgangen en beschadigingen met brandwerende
coating insmeren.
6.
Brandkleppen behuizing aan beide zijden omlopend met brandwerende coating, dikte ≥ 2,5 mm, insmeren.
Aandrijf- en activeringsmechanisme mogen niet gecoat worden.
5.5.4 Nattemontage in betonen sokkel
Afb. 14: Montage in een massieve vloer met betonsokkel
① Massieve vloer
② Betonsokkel
③ Bewapening
Montage na de plaatsing van het plafond
Personeel:
Vaklieden
Vereisten
Brandwerendheidsklasse EI 120 S
Massieve plafonds van beton of cellenbeton, soortelijke massa ≥ 600 kg/m³ en D ≥ 150 mm
Afstand tussen twee brandkleppen ≥ 45 mm
Afstand van de brandklep tot dragende bouwdelen ≥ 75 mm
1.
Brandklep aan het bestaande kanaal bevestigen
2.
Betonsokken vervaardigen, bewapeningsplan zie Afb. 15.
Bij een sokkelhoogte ≤ 50 mm kan een bewapening achterwege blijven.
Massief plafond > Nattemontage in betonen sokkel
④ Luchtkanaal
Ⓐ Montagezijde
Ⓑ Bedieningszijde
Brandklep Serie FKRS-EU
Inbouw
25