5.5 Massief plafond
5.5.1 Natte montage
4 0
s ≥
Afb. 11: Natte montage in een plafond, staande of hangend
① Mortel
Ⓐ Montagezijde
Montage na de plaatsing van het plafond
Personeel:
Vaklieden
Materialen:
Ä „Toelaatbare mortel voor de nattemontage" op pagina 14
Mortel
Vereisten
Brandwerendheidsklasse EI 120 S
Massieve plafonds van beton of cellenbeton, soortelijke massa ≥ 600 kg/m³ en D ≥ 150 mm
Afstand van de brandklep tot dragende bouwdelen ≥ 75 mm
Afstand tussen twee brandkleppen ≥ 45 mm
1.
Inbouwopening door een kernboring of een uifgehakt gat te maken, ØD = ØDN + minimaal 80 mm.
2.
Brandklep in de uitsparing schuiven en vastzetten. Hierbij rekening houden dat de afstand van de aansluittuit
van de bedieningszijde tot aan het plafond 220 mm bedraagt.
De brandklep met een verlengstuk of een spiralo kanaal aan de inbouwzijde verlengen.
3.
De omlopende uitsparing »s« volledig met mortel opvullen. De mortelbeddikte mag niet minder dan 100 mm
bedragen.
N
∅ D
5
≥ 4
Brandklep Serie FKRS-EU
Massief plafond > Natte montage
4 0
s ≥
Ⓑ Bedieningszijde
Inbouw
5
≥ 4
21