Menuoptie
Parameter
Verwar-
Verwarmings-
mingscircuit-
curve
modus bij
Vaste waarde
VC actief
Verwarmingscircuitmodus verwarmingscurve
De verwarmingscurve kan op de drie punten
afhankelijk van de bouwkundige en lokale omstan-
digheden van het gebouw worden ingesteld:
Voetpunt:
Het voetpunt komt overeen met de minimale
streeftemperatuur van het warme water bij een bui-
tentemperatuur van 20 °C. Als de verwarming bij
relatief hoge buitentemperaturen (overgangspe-
riode) te koud is, moet het voetpunt hoger worden
geselecteerd.
Norm-voorlooptemperatuur:
De norm-voorlooptemperatuur voldoet aan de
streeftemperatuur van het warme water bij de
norm-buitentemperatuur van gebouwlocatie. Als de
verwarming bij lage buitentemperaturen niet warm
genoeg is, moet de norm-voorlooptemperatuur
hoger worden ingesteld.
Norm-buitentemperatuur:
De norm-buitentemperatuur is afhankelijk van de
regionale locatie van het gebouw. Neem hiertoe
contact op met uw verwarmingsinstallateur.
3
4
Afb. 53: Verwarmingscurve-instelling
1: Temperatuur van het verwarmingswater in °C
2: Verwarmingscurve voorlooptemperatuur
3: Verwarmingscurve retour
4: Buitentemperatuur in °C
Verwarmingscurve instellen:
Fabrieks-
instelling
Afhankelijk
van uitvoering
10 °C - 40 °C
1
2
- Voetpunt met rechter Softkey-toets activeren en
met de draaiknop instellen en met de rechter
Softkey-toets bevestigen.
Afb. 54: Voetpunt instellen
- De instelling van de norm-voorlooptemperatuur
en de buitentemperatuur verloopt via dezelfde pro-
cedure.
Afb. 55: Norm-voorlooptemperatuur instellen
Afb. 56: Norm-buitentemperatuur instellen
Verwarmingscircuitmodus vaste waarde rege-
ling
Voer de streeftemperatuur bij een vaste waarde
regeling in (met de draaiknop selecteren en met
"OK" bevestigen). Op deze temperatuur wordt het
circuit tijdens de vaste waarde regeling permanent
gehouden.
37