Parametrisering en bediening
4.6
PROG PRESELECT
4.6.1
POLYMER DOSING CONTROL (Polymeerdoseerregeling)
4.6.2
FEED FLOW CONTROL (Aanvoerdebietregeling)
4.6.3
CLOSED-LOOP EFFLUENT CONTROL (Closed-loop effluentregeling)
4.6.4
CLOSED-LOOP FILTRATE CONTROL (Closed-loop filtraatregeling)
32
Gebaseerd op het gemeten aanvoerdebiet [m³/u] en de gemeten
TSS-concentratie [g/l] van het influent, wordt de
polymeerdoseersnelheid [l/u] zodanig berekend dat het setpoint
overeenkomt met de specifieke polymeerdoseersnelheid [g/kg].
Opmerking: Deze open-lusregelmodus kan alleen worden geactiveerd
indien AANVOERDEBIET REGELING is gedeactiveerd.
Opmerking: Het polymeerdebiet wordt geregeld via de RTC.
Gebaseerd op de gemeten TSS-concentratie [g/l] en de
gespecificeerde polymeerdoseersnelheid [l/u], wordt het
aanvoerdebiet zodanig berekend dat het overeenkomt met de
specifieke polymeerdoseersnelheid [g/kg] (FACTOR POLYMEER
DOSER.).
Opmerking: Deze open-lusregelmodus kan alleen worden geactiveerd
indien POLYMEER DOSEER REGEL. is gedeactiveerd.
Opmerking: Het aanvoerdebiet wordt geregeld via de RTC.
Indien geactiveerd, wordt de specifieke polymeerdoseersnelheid
FACTOR POLYMER DOSING (Factor polymeer doser.)
aangepast op basis van het verschil tussen de gewenste en
werkelijke TSS-concentratie in het ontwaterde slib.
Indien AANVOERDEBIET REGELING is geactiveerd, wordt de
TSS-last met de slibindikking gewijzigd op basis van het verschil
tussen de gewenste en de werkelijke TSS-concentratie in het
filtraat.
Opmerking: Deze gesloten-lusregeling kan alleen worden geactiveerd
indien POLYMEER DOSEER REGEL.
AANVOERDEBIET REGELING
Indien geactiveerd, wordt de specifieke polymeerdoseersnelheid
FACTOR POLYMER DOSING (Factor polymeer doser.)
aangepast op basis van het verschil tussen de gewenste en
werkelijke TSS-concentratie in het filtraat/centraat.
De wijziging in de specifieke doseersnelheid beïnvloedt de
polymeerdoseersnelheid [l/u] in de module POLYMER DOSING
CONTROL (Polymeer doseer regel.) of beïnvloedt het
aanvoerdebiet in de module FEED FLOW CONTROL
(Aanvoerdebietregeling).
Opmerking: Activering en deactivering van CLOSED-LOOP EFFLUENT
CONTROL (Closed-loop effluentregeling) en CLOSED-LOOP FILTRATE
CONTROL (Closed-loop filtraatregeling) moeten worden voorbereid door
de desbetreffende *bat-bestanden op de CF-kaart van de RTC uit te
voeren (zie
hoofdstuk
2.5.3).
(hoofdstuk
4.6.1) of
(hoofdstuk
4.6.2) is geactiveerd.