Parametrisering en bediening
Afbeelding 6
Sensor selecteren
1
ENTER — Slaat de instelling op en gaat terug naar het
menu CONFIGURE (Configureren).
2
ANNULEREN — Gaat terug naar het menu
CONFIGURE (Configureren) zonder op te slaan.
3
TOEVOEGEN — Voegt een sensor toe aan de selectie.
30
4
VERWIJDEREN — Verwijdert een sensor uit de selectie.
5
OMHOOG/OMLAAG — Verplaatst de sensor omhoog
en omlaag.
2. Druk op
TOEVOEGEN
Er wordt een keuzelijst met alle leden van het
sc1000-netwerk geopend.
3. Druk op de vereiste sensor voor de RTC-module en bevestig
uw keuze door onder de keuzelijst op
De sensoren in een zwart lettertype zijn beschikbaar voor de
RTC-module.
De sensoren in een rood lettertype zijn niet beschikbaar voor
de RTC-module.
Opmerking: Sensoren gemarkeerd met (p) zijn beschikbaar voor
PROGNOSYS indien deze sensoren samen met een RTC zijn
geselecteerd (raadpleeg de gebruikershandleiding van
PROGNOSYS).
(Afbeelding
6, item 3).
te drukken.
ENTER