4. De geselecteerde sensor wordt in de sensorlijst
weergegeven.
Druk op
TOEVOEGEN
opnieuw te openen.
5. Selecteer de tweede sensor voor de RTC-module en
bevestig uw keuze door onder de keuzelijst op
drukken.
Opmerking: De eerder geselecteerde sensoren worden in grijs
weergegeven.
De geselecteerde sensoren worden in de sensorlijst
weergegeven.
6. Om de sensoren te sorteren in de volgorde die voor de
RTC-module is gespecificeerd, drukt u op de sensor en
gebruikt u de pijltoetsen om de sensor te verplaatsen
(Afbeelding
6, item 5).
Druk op
VERWIJDEREN
verkeerde sensor uit de sensorlijst te verwijderen.
7. Druk op ENTER
(Afbeelding
bevestigen wanneer deze volledig is.
Parametrisering en bediening
(Afbeelding
6, item 3) om de keuzelijst
(Afbeelding
6, item 4) om een
6, item 1) om de lijst te
te
ENTER
31