11. Gebruik van de Wi-Fi-functie
Als u niet zeker bent over de compatibiliteit met WPS (verbinden met [Uit lijst])
Zoek naar beschikbare draadloze toegangspunten.
•
Bevestig encryptiesleutel van het geselecteerde draadloze toegangspunt als de
netwerkauthenticatie gecodeerd is.
•
Wanneer u verbindt d.m.v. [Handmatige invoer], bevestig SSID, encryptietype, encryptiesleutel
van het draadloze toegangspunt dat u gebruikt.
1
Selecteer het draadloze toegangspunt waarmee u
verbinding maakt.
•
Het drukken op [DISP.] zal het zoeken naar een
draadloos toegangspunt opnieuw starten.
•
Als geen enkel draadloos toegangspunt gevonden
wordt, raadpleeg dan
[Handmatige invoer]
2
(Als de netwerkauthenticatie gecodificeerd is)
Voer de encryptiesleutel in.
•
Voor details over hoe karakters in te voeren, raadpleeg
Wanneer u verbindt met [Handmatige invoer]
∫
1
Op het scherm dat weergegeven wordt in stap
de compatibiliteit met WPS (verbinden met [Uit lijst])", selecteert u [Handmatige
invoer].
2
Voer de SSID in van het draadloze toegangspunt waarop u verbindt, selecteer
vervolgens [Inst.].
•
Voor details over hoe karakters in te voeren, raadpleeg
3
Selecteer het type netwerkauthenticatie.
•
Voor informatie over netwerkauthenticatie, zie de gebruiksaanwijzing van het draadloze
toegangspunt.
4
Selecteer het encryptietype.
•
Het type instellingen dat veranderd kan worden kan variëren afhankelijk van de details
van netwerkauthentificatie-instellingen.
Netwerkauthenticatietype
[WPA2-PSK]
[WPA-PSK]
[Algemene sleutel]
[Open]
5
(Wanneer een optie geselecteerd wordt die afwijkt van [Niet coderen])
Voer de encryptiesleutel in.
"
Wanneer u verbindt met
"
op P296.
Encryptietypes die ingesteld kunnen worden
[TKIP]/[AES]
[TKIP]/[AES]
[WEP]
[Niet coderen]/[WEP]
296
"
"
Tekst Invoeren
1
van "Als u niet zeker bent over
"
"
Tekst Invoeren
sectie op P74.
sectie op P74.