Download Print deze pagina

Panasonic Lumix DMC-GM5 Gebruiksaanwijzing Voor Geavanceerde Kenmerken pagina 161

Advertenties

5. Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
Belichtingscompensatie
Toepasbare modi:
Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het
verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond.
1
Druk op de functieknop achterop om te
schakelen naar
Belichtingscompensatie-werking.
Belichtingscompensatiewaarde wordt geel om aan te
geven dat de belichting nu gecompenseerd kan
worden.
2
Draai de functieknop om de belichting te
compenseren.
A Waarde belichtingcompensatie.
B Belichtingsmeter
Onderbelichting
De belichting positief
compenseren.
De waarde van de belichtingscompensatie kan ingesteld worden binnen een bereik van
j5 EV tot i5 EV.
Bij het opnemen van films kan de waarde van de belichtingscompensatie ingesteld
worden binnen een bereik van j3 EV tot i3 EV.
Kies [0] om terug te keren naar de originele belichting.
Draai aan de modusknop op de achterkant om de belichtingsmeter weer te geven.
(P86)
Als [Auto. belichtingscomp.] in [Flitser] in het [Opname]-menu op [ON] gezet is, zal de
helderheid van de flitser automatisch op het geschikte niveau voor de geselecteerde
belichtingscompensatie gezet worden.
Als de belichtingswaarde buiten het bereik van j3 EV tot i3 EV ligt, zal de helderheid van het
opnamescherm niet meer veranderen.
Er wordt aanbevolen om voor de opnames de daadwerkelijke helderheid van het opgenomen
beeld te controleren met Auto Review of op het afspeelscherm.
De ingestelde belichtingscompensatie wordt zelfs opgeslagen als de camera uitgeschakeld
wordt (als [Belichtingscomp. reset]
Juiste belichting
(P210)
(P72)
op [OFF] gezet is)
161
SS
SS
SS
SS
250
125
60
30
15
F
F
4.0
5.6
8.0
0
0
5
5
+
+
2
00
A
B
Overbelichting
De belichting negatief
compenseren.
98 98 98

Advertenties

loading