11. Gebruik van de Wi-Fi-functie
Bedien de smartphone
∫
1
Selecteer [
2
Selecteer [Geogr. labell.].
3
Selecteer een icoon.
Start opnemen locatie-informatie.
Eindig opnemen locatie-informatie.
Versturen en schrijven van locatie-informatie.
•
Volg de berichten op het scherm op om de smartphone te bedienen.
•
De locatie-informatie wordt niet geschreven op beelden die opgenomen zijn met
[Opname-indeling] op [AVCHD].
•
Als de kaart in de camera onvoldoende vrije ruimte heeft, kan het zijn dat het
schrijven van de locatie-informatie niet mogelijk is.
•
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik:
Let op de privacy en gelijkaardige rechten, enz., van het onderwerp wanneer u deze
functie gebruikt. U gebruikt deze voor eigen risico.
•
Op de smartphone kunt u tevens het verwervingsinterval van locatie-informatie instellen en de
overdrachtstatus controleren van locatie-informatie.
Raadpleeg [Help] in het "Image App"-menu voor details.
•
(Wanneer u "Image App" voor iOS gebruikt)
Als u op de Home- of de Aan/Uit-knop van de smartphone drukt terwijl de
locatie-informatie opgenomen wordt, zal de opname stoppen.
].
269